VRIJGAVE KOELING
Hier bestaan in wezen 2 mogelijkheden om de koeling vrij te geven en
te activeren:
Alleen op basis van de buitentemperatuur
•
Bij overschrijding van de ingestelde buitentemperatuurvrijgave gedu-
rende de vastgelegde tijdspanne schakelt de warmtepomp over naar de
bedrijfsmodus Koelen.
Handleiding RBE > zie 'Koeling'
Handleiding voor de installateur, zie 'Koeling – parameters instellen'
Handleiding comfortprintplaat, zie 'Comfortkoeling – parameters
instellen'
•
Op basis van de buitentemperatuur en ruimtetemperatuur
invloed
Bij overschrijding van de ingestelde ruimtetemperatuurvrijgave gedu-
rende de vastgelegde tijdspanne controleert de warmtepompregeling
de buitentemperatuurvrijgave. Als de buitentemperatuurvrijgave even-
eens gegeven is, schakelt de warmtepomp over naar de bedrijfsmodus
Koelen.
Handleiding RBE > zie 'Koeling'
WARMTEVERDEELSYSTEEM
Door de parameter warmteverdeelsysteem wordt de maximale aanpas-
sing van de ingestelde retourtemperatuur van de warmtepompregeling
begrensd:
•
Vloerverwarming
•
Radiatoren/ventilatorconvectoren
83032600bNL – Vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding – Technische wijzigingen voorbehouden.
AANPASSING VAN DE INGESTELDE RETOURTEMPERATUUR
In principe wordt de ruimtetemperatuurinvloed met de volgende formu-
le berekend:
De regeling met ruimtetemperatuurinvloed is compatibel met de be-
drijfsmodi Verwarmen en Koelen. Maximale aanvoer- en retourtempera-
tuurbegrenzingen voor verwarming en koeling blijven actief, om de in
het systeem geïntegreerde onderdelen te beschermen.
Hierna volgen 3 voorbeelden, om het regelingsprincipe te verduidelijken.
Voorbeeld 1:
Verhogen van de ingestelde retourtemperatuur in de verwarmings
modus:
Ingestelde retourtemperatuur = 28°C
Vloerverwarming
Ruimtetemperatuur = 19°C
Ingestelde ruimtetemperatuur = 22°C
Gekozen invloedsfactor in de warmtepompregelaar: 50%
Voorbeeld 2:
Verlagen van de ingestelde retourtemperatuur in de verwarmings
modus:
Ingestelde retourtemperatuur = 30°C
Vloerverwarming
Ruimtetemperatuur = 22°C
Ingestelde ruimtetemperatuur = 20°C
Gekozen invloedsfactor in de warmtepompregelaar: 50%
Voorbeeld 3:
Verlagen van de aanvoertemperatuur (mengcircuit) in het koelbedrijf:
Aanvoertemperatuur mengcircuit koeling = 18°C
Vloerverwarming
Ruimtetemperatuur = 24°C
Ingestelde ruimtetemperatuur = 22°C
Gekozen invloedsfactor in de warmtepompregelaar: 50%
max. +/- 2 K
max. +/- 4 K
ONDER INVLOED VAN DE RUIMTETEMPERATUUR
– t
) * f
(t
ruimte instel
ruimte reëel
t
=
ingestelde ruimtetemperatuur
ruimte instel
t
=
huidige ruimtetemperatuur
ruimte reëel
f
=
invloedsfactor RT 0...200%
RT
T
instel
=
ingestelde retourtemperatuur in de warm-
RL
tepompregeling
AANWIJZING
(22°C 19°C) * 50% = 1,5 K
--> controle < 2 K --> JA --> aanpassing ingestelde retour --> 29,5°C
(20°C 22°C) * 50% = 1K
--> controle < 2 K --> JA --> aanpassing ingestelde retour --> 29°C
(22°C 24°C) * 50% = 1K
--> controle < 2K --> JA --> aanvoertemperatuur koeling aanpas-
sing --> 17°C --> indien minimale aanvoertemperatuur koeling
17°C toegestaan --> ja --> indien niet, geen aanpassing!
= aanpassing T
instel
RT
RL
7