7
Instellen van de aanwezigheidssensoren
1. Bij B.E.G. sensoren heeft u de mogelijkheid om de gevoeligheid van de PIR-sensoren
afzonderlijk in te stellen in de standen laag, midden en hoog en deze uit te schakelen.
Zo kunt u met de bijgeleverde afdeklatten de reikwijdte in een bepaalde richting sturen
zonder de richting volledig uit te sluiten van bewegingsdetectie.
2. Deze instellingen zijn afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden en moeten worden
uitgevoerd door de inbedrijfstellingstechnicus.
3. Scroll naar beneden in de sensorinstellingen om de sensoren in te stellen. Onder het item
Parameters vindt u de gevoeligheid van de PIR-sensor, die u kunt aanpassen door op de
afzonderlijke parameters te tikken.
3
1: PIR Sensor bezetting
18
2
1
Gebruiksaanwijzing