•
Activeer schrijfbeveiliging voor de schijf en start de computer opnieuw op.
Als EWF is uitgeschakeld, activeert u het. Als dit item is geselecteerd, is de cache leeggemaakt en is EWF ingeschakeld.
Na het opnieuw starten van de computer worden de configuraties en de informatie van het bestandssysteem voor de
client naar een cache geschreven. U kunt deze handeling niet uitvoeren door "ewfmgr.exe c: -enable" in te voeren en de
computer opnieuw te starten.
•
Schakel de schrijfbeveiliging voor de schijf uit en start de computer opnieuw op.
Dit item is geactiveerd wanneer de EWF wordt uitgevoerd. Als dit item is geselecteerd, wordt de huidige staat van de
client (opgeslagen in een cache) opgeslagen naar een flashschijf en wordt de EWF uitgeschakeld. Na het opnieuw starten
van de computer worden de configuraties en de informatie van het bestandssysteem voor de client naar een flashschijf
geschreven. U kunt deze handeling niet uitvoeren door "ewfmgr.exe c: -commitanddisable" in te voeren en de computer
opnieuw te starten.
•
Schrijf de wijzigingen naar een schijf
Dit item is geactiveerd wanneer de EWF wordt uitgevoerd. Als dit item is geselecteerd, wordt de huidige staat van de
client (opgeslagen in een cache) opgeslagen naar een flashschijf. De staat van de EWF wordt echter niet gewijzigd. U
kunt deze handeling niet uitvoeren door "ewfmgr.exe c: -commit" in te voeren op een opdrachtregel.
U kunt de configuraties voor de beveiligde schijven bekijken door achter de commandoprompt "ewfmgr.exe c:" in te
voeren.
File-Based Write Filter (FBWF, schrijffilter op bestandsbasis)
Het File-Based Write Filter (FBWF) voorkomt dat het geheugen van de client wordt overschreven door ongeautoriseerde
gebruikers. De FBWF voorkomt dat er te veel naar het geheugen wordt geschreven, zodat u de client langdurig kunt
gebruiken. Als u I/O aanvraagt, laat FBWF de client bewerkingen in de cache uitvoeren in plaats van in het geheugen, zodat
dit geheugen wordt beveiligd.
De gegevens blijven in de cache bewaard terwijl de client normaal werkt. Ze worden verwijderd wanneer de client opnieuw
wordt gestart of wordt afgesloten. U slaat gegevens op door het relevante bestand naar de schijf te schrijven met de opdracht
Doorvoeren. Als u niet weet welk bestand is gewijzigd, schakelt u de FBWF uit, wijzigt u deze en schakelt u hem weer in.
U kunt de FBWF regelen met de opties van de opdracht fbwfmgr op een opdrachtregel.
4-1
De software installeren