Installatie-eisen
•
Gebruik een stalen schoorsteenpijp met een wanddikte van minimaal 2 mm tussen het
toestel en de bestaande schoorsteen.
•
De schoorsteen mag niet meer dan 2 bochten van 45° bevatten.
•
Gebruik geen horizontale rookkanalen.
•
De schoorsteenuitlaat moet minimaal 6 meter boven de bovenzijde van het toestel zijn
geplaatst.
•
De schoorsteenuitlaat moet minimaal 40 cm boven de top van een schuin dak zijn
geplaatst.
•
De schoorsteenuitlaat moet minimaal 1 meter boven een plat dak zijn geplaatst.
•
De schoorsteenuitlaat moet op een minimale horizontale afstand van 5 meter van
objecten (gebouwen, bomen, enz.) zijn geplaatst.
•
Zorg dat de eventueel in de bestaande schoorsteen aanwezige schoorsteenklep wordt
verwijderd.
•
Controleer of de polis van uw brandverzekering schade als gevolg van een
schoorsteenbrand dekt.
6.4
Vereisten betreffende de ventilatie-/convectieluchtopeningen
•
Plaats de volgende minimumopeningen in de schouwombouw om oververhitting van
het toestel en de schouwombouw te voorkomen.
Ventilatie-/
convectieluchtin-
laatopening
aan de onderzij-
de van de schou-
wombouw
220 cm
De ventilatie-/convectieluchtopeningen kunnen worden aangebracht met de
decoratieve 'BARBAS AirBox' inzetventilatieroosters door gebruik te maken van:
•
•
34
Toestel zonder
convectiemantel
2
2
(*)
440 cm
(**)
(*): 2x Barbas AirBox 160
(**): 2x Barbas AirBox 320
Ventilatie-/convectieluchtuitlaatopening
aan de bovenzijde van de schouwombouw
Toestel met convectiemantel
Openingen aan de bo-
venzijde van de convec-
tiemantel staan open.
2
440 cm
(**)
2 openingen aan de boven-
zijde van de convectieman-
tel met flexibele convectiepij-
pen Ø125 mm op 2 uitlaat-
openingen aangesloten.
Convectielucht via 2 flexibe-
le convectiepijpen: Minimaal
2
netto 220 cm
Ventilatielucht via de bin-
nenzijde van de schouwom-
bouw: Minimaal netto 220
2
cm
2
Totaal 440 cm
(**)
EVO-7 Compact 55-45