Download Print deze pagina

Optex OA-AXIS I Handleiding pagina 2

Advertenties

Aanpassingen
1. Instellen van de dieptehoek van het detectiegebied
Diepte hoek
afstelschroef
De diepte van het detectiegebied kan veranderd
worden met het gereedschap voor het instellen van het detectiegebied.
Wanneer u de 1ste tot 3de rij dicht bij de deur wilt instellen, volgt u de 3-7. Installatiestand.
1-1. Onafhankelijke instelling
1ste tot 3de rij
Dieptehoek-instelschroef
voor 1ste tot 3de rij
Ondiep
Diep
Rood
Gebruik het gereedschap (A) zoals hierboven is
aangegeven en verander de diepte van het detectiegebied
door de dieptehoek-instelschroef te verdraaien.
[m]
Diep
Ondiep
2,0
2,0
3,0
3,0
3,5
3,5
3,0
2,0
1,0
2,0
1,0
Controleer de detectiegebiedpositie met behulp van de Rood van de bedrijfsindicator en een reflectiespiegel.
OPMERKING
Zorg dat het detectiegebied de deur/afdekkap niet overlapt, anders kan er storing/signaalverzadiging
optreden. Plaats geen sterk reflecterende voorwerpen in het detectiegebied, anders kan er
signaalverzadiging optreden.
Referentie
Aanpassen van gebieddiepte met INFRAROOD-FINDER (los verkrijgbaar)
1. Draai de instelschroef voor dieptehoek naar rechts (Diep) om het detectiegebied zo ver mogelijk van de deur te verplaatsen.
2. Stel de gevoeligheid van de INFRAROOD-FINDER in op "H" (Hoog) en plaats deze op de vloer zoals onderstaand is aangegeven.
3. Draai de instelschroef voor dieptehoek naar links (Ondiep) tot het uitzendgebied zich bevindt op de plaats waar de
INFRAROOD-FINDER in de lage detectiestatus staat. (Knippert Rood, langzaam)
Detectiegebied
Detectiegebied
1-2. Gelijktijdige instelling
Voor de gelijktijdige instelling van de 1ste tot 5de rij gebruikt u gereedschap (C).
2. Instellen van de breedte van het detectiegebied
1ste tot 3de rij
4de en 5de rij
-
-
-
10
12
Geëlimineerd
Geëlimineerd
Geëlimineerd
Geëlimineerd
Narrow
Narrow
Wide
Wide
Breedte-instelschroef
Breedte-instelschroef
(links)
(rechts)
OPMERKING
Het feitelijke detectiegebied kan kleiner zijn
afhankelijk van het omgevingslicht, de
kleur/materiaal van het object of de vloer, en ook
de binnenkomende snelheid van het object.
3. DIP-schakelaars instellingen
Niet van toepassing
1,2
1 2 3 4 5 6 7
9
101112131415
16
8
3,4
5,6
7,8
3-1. Instellen van de gevoeligheid
Gewoonlijk moet "Midden" worden ingesteld.
Bij "Laag" is de gevoeligheid lager en bij "Hoog/S-Hoog''
is de gevoeligheid hoger.
3-2. Instellen van de aanwezigheidsdetectietimer
De 1ste en 2de rij beschikken over de aanwezigheidsdetectiefunctie.
Er kan gekozen worden uit 4 instellingen voor de aanwezigheidsdetectietimer.
OPMERKING
Om de aanwezigheidsdetectie te activeren, mag u
gedurende 10 s na het instellen van de timer het detectiegebied niet betreden.
3-3. Instellen van de frequentie
Wanneer u meer dan twee sensors dicht bij elkaar gebruikt,
kiest u voor elk daarvan een verschillende frequentie-instelling
door de dipswitches 5 en 6 te combineren.
3-4. Instellen van de diepte van het detectiegebied
De 5de, 4de en 3de rij kunnen geëlimineerd
worden door de dipswitches 7 en 8 te combineren.
*Wanneer de 2 rijen-instelling wordt gekozen,
blijft alleen het aanwezigheidsdetectiegebied
bestaan.
OPMERKING
Controleer het detectiegebied altijd overeenkomstig de verwachte toegangssnelheid en bepaal het
geschikte aantal rijen.
Wanneer het bewegingsdetectiegebied en het beweging/aanwezigheidsdetectiegebied gescheiden
worden ingesteld, moet u erop letten dat er geen opening tussen de twee gebieden is.
Instelling van 4de en
Gebied afstelsleutel
5de rij en breedte van
Instelling van
detectiegebied
1ste tot 3de rij
Gelijktijdige
instelling
4de en 5de rij
Dieptehoek-instelschroef
voor 4de en 5de rij
Ondiep
Blauw
Gebruik het gereedschap (B) zoals hierboven is
aangegeven en verander de diepte van het detectiegebied
door de dieptehoek-instelschroef te verdraaien.
[m]
[m]
Diep
Ondiep
2,0
2,0
3,0
3,0
3,5
3,5
1,0
3,0
2,0
1,0
INFRAROOD-FINDER
Vooraanzicht
-
10
12
2,0
1
2
3
3,0
4 5 6
3,5
2,0
1,0
: Kan worden geëlimineerd
: Gevoeligheid
9
: Sneeuwstand
: Aanwezigheidsdetectietimer
10
: Immuniteit
: Frequentie
11 tot 15 : Niet van toepassing
: Rij-instelling
16
: Installatiestand
Laag
Midden
1
2
1
2
15 sec.
60 sec.
3
4
3
4
Instelling 1
Instelling 2 Instelling 3 Instelling 4
5
6
5
6
5 rijen
4 rijen
3 rijen
7 8
7 8
7 8
3-5. Instellen van de sneeuwstand
Zet deze schakelaar op ON als de sensor wordt gebruikt in een gebied met sneeuw.
3-6. Instellen van de immuniteit
Zet deze schakelaar op ON om de invloed van trillen van de afdekkap te verminderen.
3-7. Installatiestand
Zet deze schakelaar op ON bij het instellen van het aanwezigheidsdetectiegebied
dicht bij de deur.
* In de installatiestand blijft alleen de 1ste rij bestaan.
* Toestand met deur geopend
* De bedrijfsindicator brandt Geel.
Diep
Controleren
Controleer de werking overeenkomstig de onderstaande tabel.
Wit
: COM.
Geel
: N.O.
Groen
: N.C.
Toegangsbediening
[m]
Status
Bedrijfsindicator
OA-AXIS I
Uitgang
Uitgang van
1ste tot 3de
2,0
1,0
1,0
rij*
OA-AXIS II
Uitgang van
3de tot 5de
rij*
*Het uitgangssignaal van de 3de rij overlapt.
Informeer de eigenaar/gebruiker van het pand over de volgende zaken
WAARSCHUWING
1. Houd het detectievenster altijd schoon. Wanneer het vuil is geworden, kunt u het afnemen met een vochtige doek.
(Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen.)
2. Was de sensor niet met water.
3. Haal de sensor niet uit elkaar, zet hem niet weer in elkaar en probeer hem niet zelf te repareren, want dit kan leiden tot een elektrische schok.
4. Als het controlelampje Groen brandt, neem dan contact op met uw installateur of servicemonteur.
5. Neem altijd contact op met uw installateur of servicemonteur als u de instellingen wijzigt.
6. Verf het detectievenster niet.
OPMERKING
1. Wanneer de stroom wordt ingeschakeld moet u altijd zelf even door het detectiegebied lopen om te
testen of de sensor goed werkt.
2. Zet geen voorwerpen in het detectiegebied die bewegen of licht geven. (bijv. planten of verlichting)
Problemen oplossen
Werking van
Bedrijfs-
[m]
de deur
indicator
Geen
De deur gaat
niet open
wanneer een
persoon in het
Onstabiel
detectiegebied
komt.
12
11
10
7 8
9
1,0
2,0
De deur gaat
open wanneer
er niemand in
Onstabiel
het detectie-
gebied is.
(Stoorsignaal)
Hoog
S-Hoog
Rood of
1
2
1
2
Oranje
Normaal
Tweemaal
180 sec.
Groen
De deur blijft
knipperend
open staan.
3
4
3
4
Langzaam
groen
knipperen
De deur blijft
Normaal
gesloten.
5
6
5
6
2 rijen
Manufacturer
OPTEX CO., LTD.
7 8
5-8-12 Ogoto Otsu 520-0101, Japan
Tel : +81(0)77 579 8700
www.optex.net
EMEA Subsidiary
OPTEX Technologies B.V.
Henricuskade 17, 2497 NB The Hague,
The Netherlands
Tel : +31(0)70 419 41 00
info@optex.eu
www.optex-europe.com
Witte streep
: COM.
Gele streep
: N.O.
Groene streep
: N.C.
Buiten het
Toegang tot
Stroom uit
Toegang tot 3de rij
detectiegebied
4de of 5de rij
Bewegingsdetectie
Beweging/aanwezigheids-
-
Standby
geactiveerd
detectie geactiveerd
Geen
Groen
Oranje
Mogelijke oorzaak
Aansluitspanning.
Stel in op de voorgeschreven spanning.
Draadbreuk of foutieve aansluitingen.
Controleer de aansluitingen en de connector.
Verkeerde instelling van het detectiegebied.
Zie Instellingen 1 & 2.
Gevoeligheid is te laag.
Stel de gevoeligheid hoger in.
Aanwezigheidsdetectietijd is te kort.
Stel een langere aanwezigheidsdetectietijd in.
Veeg het detectievenster met een vochtige doek schoon.
Vuil detectievenster.
(Gebruik geen reinigingsmiddel of oplosmiddel.)
Trillen van de afdekkap.
Stel de gevoeligheid lager in of zet de immuniteit op ON.
Gebruik de regenkap (los verkrijgbaar). Monteer het
Er valt water op het detectievenster.
detectievenster op een plaats waar er geen water op terechtkomt.
Het detectiegebied overlapt het gebied
Zie Instellingen 3-3.
van een andere sensor.
Het detectiegebied overlapt de
Zet het detectiegebied op "Deep" (Buiten).
deur/afdekkap.
Er zijn reflecterende voorwerpen in het
Verwijder de voorwerpen.
detectiegebied. Er wordt licht via de vloer weerkaatst.
Gevoeligheid is te hoog.
Stel de gevoeligheid lager in.
Het sneeuwt of regent hard.
Zet de sneeuwstand op ON.
Er zijn bewegende voorwerpen of
voorwerpen die licht uitstralen in het
Verwijder de voorwerpen.
detectiegebied. (Bijv. een plant, lamp enz.)
Natte vloer.
Controleer de installatietoestand zoals beschreven
De uitlaatgassen van auto's of mist
in Installatie op de achterkant.
dringt in het detectiegebied binnen.
Zie Instellingen 3-1 & 3-2. Als het probleem
Plotselinge verandering in het
blijft bestaan, moet u de sensor met de hand
detectiegebied.
resetten. (Schakel de stroom uit en dan weer in.)
Draadbreuk of foutieve aansluitingen.
Controleer de aansluitingen en de connector.
Het relais is aan het einde van zijn
Neem contact op met uw installateur of de
levenscyclus.
verkoper.
Verwijder sterk reflecterende voorwerpen uit het
Signaalverzadiging.
detectiegebied. Verlaag de gevoeligheid. Verander
de detectiegebiedhoek.
Het detectiegebied overlapt de
Zet het detectiegebied op "Deep" (Buiten).
deur/afdekkap.
Draadbreuk of foutieve aansluitingen.
Controleer de aansluitingen en de connector.
Legal representative (UK only)
OPTEX (EUROPE) LTD.
Unit 13 Cordwallis Park Clivemont Road
SL6 7BU Maidenhead, Berkshire United Kingdom
Tel : +44 (0)1628 631 000
www.optex-europe.com
OFF
ON
9
9
ON
OFF
10
10
OFF
ON
16
16
Toegang
Toegang
tot 2de rij
tot 1ste rij
Aanwezigheidsdetectie
Rood
Knippert Rood
Mogelijke oplossing

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Oa-axis ii