INSTELLINGEN
1
Aanpassing bereik dieptehoek
Stelschroef
dieptehoek
Sluit de deur bij het instellen van de 1e rij en
volg Installatiemodus 3-11 om het instellen te vereenvoudigen.
Zorg ervoor dat het detectiegebied niet samenvalt met de deur/afdekkap en dat er geen sterk reflecterend
OPMERKING
objecten in de buurt van het detectiegebied zijn om onbedoelde detectie/signaalverzadiging te voorkomen.
1-1. Onafhankelijke instelling
1e tot en met de 3e rij
Stelschroef voor dieptehoek
Ondiep
voor de 1e tot en met de 3e rij
Rood
Gebruik het gereedschap voor gebiedsaanpassing (A)
zoals hierboven angetoond om de dieptehoek van het
bereik voor de 1e tot en met de 3e rij te wijzigen.
4e en 5e rij
Ondiep
Diep
Stelschroef voor dieptehoek
voor de 4e en 5e rij
Blauw
Gebruik het gereedschap voor gebiedsaanpassing (B)
zoals hierboven aangetoond om de dieptehoek van het
bereik voor de 4e en 5e rij te wijzigen.
1-2. Gelijktijdige instelling
Voor de gelijktijdige instelling van de 1e tot en met de 5e rij gebruikt u aanpassingsgereedschap (C)
Referentie
Instelling van de diepte van het bereik met INFRARED FINDER (afzonderlijk leverbaar)
1. Draai de stelschroef voor de dieptehoek naar rechts (diep) om het detectiegebied zo ver mogelijk van de deur te
plaatsen.
2. Stel de gevoeligheid van de INFRARED FINDER op "H" (hoog) en plaats deze op de vloer zoals hieronder wordt
getoond.
3. Draai de stelschroef voor de dieptehoek naar links (ondiep) totdat het detectiegebied op de positie is geplaatst
waar de INFRARED FINDER in de status van lage detectie komt (langzaam rood knipperend).
Instellen van de breedte van het
2
detectiegebied
1e tot en met de 3e rij
4e en 5e rij
1 2 3
10 11 12
1 2 3
Geëlimineerd
Geëlimineerd
Geëlimineerd
Smal
Breed
Breedte-instelschroef (links)
Breedte-instelschroef (rechts)
Als de breedte wordt ingesteld met de stelschroeven, moet u draaien totdat het vastklikt omdat anders geen
OPMERKING
optimale werking wordt verkregen.
kunnen niet afzonderlijk worden geëlimineerd, net zomin als
1 2 3
3
Dipswitch instellingen
Na het wijzigen van de dipswitch instellingen
gedurende 2 seconden op de functieschakelaar drukken.
3-1. De gevoeligheid instellen
Raadpleeg het schema hieronder voor de geschikte gevoeligheid
van de installatieomgeving.
2,0
Middle
Lage reflectie
Low
Gemiddelde reflectie
Hoge reflectie
Low
Speciale aandacht voor de instelling is vereist als de deur vaak wordt gebruikt door ouderen of kinderen.
OPMERKING
Pas de gevoeligheid en de aanwezigheidsdetectie aan in overeenstemming met uw risicoanalyse.
3-2. De aanwezigheidstimer instellen
De 1e en 2e rij hebben een aanwezigheidsdetectiefunctie.
OPMERKING
Om de aanwezigheidsdetectie in te schakelen, mag het
detectiegebied de eerste 10 seconden na het instellen van
de timer niet worden betreden.
3-3. De frequentie instellen
Als u twee of meer sensoren dicht bij elkaar installeert, stelt u de
verschillende frequenties voor iedere sensor in met de dipswitches 5 en 6.
3-4. De diepte van het detectiegebied
instellen
Stel de bewegingsdetectie in met dipswitches 7 en 8.
Als "2rows" is geselecteerd, wordt de bewegings-
OPMERKING
detectieuitgang uitgeschakeld.
3-5. De immuniteit instellen
Zet dipswitch 9 op ON als de sensor zichzelf detecteert (ghosting).
Als dipswitch 9 op ON wordt gezet, zal het feitelijke detectiegebied kleiner worden.
OPMERKING
3-6. De testingang in-/uitschakelen
Wanneer de deur openblijft en de groene LED indicator langzaam of snel knippert,
zie dan het hoofdstuk 'probleemoplossing'. Als de deur open blijft, zet dan
dipswitch 10 op "Disable".
Om te voldoen aan de EN 16005 moet dipswitch 10 op "Enable"staan.
OPMERKING
Gereedschap voor gebiedsaanpassing
A
C
[m]
Diep
Diep
Ondiep
2,0
2,0
3,0
3,0
3,0
2,0
1,0
0
2,0
[m]
Diep
Ondiep
2,0
2,0
3,0
3,0
2,0
1,0
0
3.0
2,0
Detectiegebied
INFRARED FINDER
Detectiegebied
Vooraanzicht
0
10 11 12
Geëlimineerd
Smal
2,0
Breed
1
2
3
4 5
6
7
3,0
2,0
1,0
0
10 11 12
druk 2 seconden
Low
Middle
(Laag)
(Middel)
1
2
1
2
Installatiehoogte [ m ]
2,2
2,5
3,0
-Tapijt
Middle
High
S-High
-Donkere vloer
Middle
Middle
S-High
-Beton
-Tegels
Low
Middle
High
-Marmer
30 sec.
60 sec.
3
4
3
4
Setting1 Setting2 Setting3 Setting4
5
6
5
6
5 rows
4 rows
3 rows
7
8
7
8
7
8
3-7. De veiligheid uitgang instellen (naar de besturing van de deur)
Dipswitch11 is het veiligheid uitgang (naar de deuraandrijving).
B
3-8. De veiligheid ingang instellen (vanaf de besturing van de deur)
Dipswitch12 is de veiligheid ingang (vanaf de deuraandrijving).
De vertragingstijd tussen de veiligheid ingang en het
OPMERKING
veiligheid uitgang is 10msec.
3-9. De richtingsherkenning instellen
Wanneer Dipswitch13 op "Uni" staat is de uni-directional functie geactiveerd.
Deze functie zorgt ervoor dat de deur eerder sluit als iemand van de deur wegloopt.
De eenrichtingsfunctie wordt uitgeschakeld wanneer de detectie bij de
[m]
OPMERKING
1ste en/of 2de rij langer dan 5 sec. stand houdt.
3-10. De detectieuitgang instellen
DIP-schakelaar14 is voor de activatie-uitgang naar de controller bij de deur.
3-11. Installatiemodus
Stel dipswitch op ON bij het afstellen van de 1e rij bij de deur.
1,0
0
1,0
Tijdens de installatiemodus, blijft alleen de 1e rij in tact en het controlelampje licht geel op.
Stel dIP-schakelaar 16 in op "OFF" ("Uit") nadat u de rij hebt ingesteld.
[m]
CONTROLE
Controleer de werking in de werkingsmodus volgens het schema hieronder.
Ingang
0
1,0
1,0
Status
Controlelampje
14
N.O.
Detectie
uitgang
14
N.C.
11
veiligheid
(Hoog)
uitgang
11
(Laag)
INFORMEER DE EIGENAAR/GEBRUIKER VAN HET PAND OVER DE VOLGENDE ZAKEN
WAARSCHUWING
1. Houd het detectievenster altijd schoon. Wanneer het vuil is geworden, kunt u het afnemen met een vochtige doek.
(Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen.)
2. Was de sensor niet met water.
3. Haal de sensor niet uit elkaar, zet hem niet weer in elkaar en probeer hem niet zelf te repareren, want dit kan leiden
tot een elektrische schok.
4. Als het controlelampje groen brandt, neem dan contact op met uw installateur of servicemonteur.
[m]
5. Neem altijd contact op met uw installateur of servicemonteur als u de instellingen wijzigt.
6. Verf het detectievenster niet.
1. Wanneer de stroom wordt ingeschakeld moet u altijd zelf even door het detectiegebied lopen om te testen
OPMERKING
of de sensor goed werkt.
2. Zet geen voorwerpen in het detectiegebied die bewegen of licht geven. (bijv. planten of verlichting)
PROBLEEMOPLOSSING
8
9 10 11 12
Controle
Deurwerking
1,0
2,0
lampje
Geen
Deur gaat niet
open als
iemand
Onstabiel
binnenkomt
Normaal
Deur gaat open
Onstabiel
als niemand in
het
detectiegebied
is.
High
S-High
(Hoog) (Extra hoog)
1
2
1
2
Bijvoorbeeld
Normaal
Deur blijft
Normaal
openstaan
knipperend
groen
180 sec.
600 sec.
Langzaam
3
4
3
4
knipperend
groen
Rood &
5
6
5
6
groen
knipperend
Gewone
Langzaam
2 rows
bediening
groen
knipperend
7
8
*: Na het wijzigen van de dipswitch instellingen gedurende 2 secondenop de functieschakelaar drukken.
Manufacturer
OPTEX CO., LTD.
OFF
ON
5-8-12 Ogoto Otsu 520-0101, Japan
TEL.: +81(0)77 579 8700
9
9
WEBSITE: www.optex.net
North and South America Subsidiary
OPTEX INCORPORATED
Enable
Disable
18730 S. Wilmington Avenue, Suite 100 Rancho
Dominguez CA 90220 U.S.A
10
10
TEL.: +1-800-877-6656
WEBSITE: www.ot-inc.com
Buiten het
Toegang tot
Stroom uit
detectie
de 3e t/m
gebied
5e rij
Bewegingsdetectie
-
Stand-by
actief
Oranje
Geen
Groen
High
OFF
ON
Low
OFF
OFF
Mogelijke oorzaak
Verkeerde voltage van aansluitspanning
Verkeerde bedrading of aansluitingsprobleem
Verkeerde positionering detectiegebied
Gevoeligheid is te laag.
Korte aanwezigheidstimer.
Vuil detectievenster
Verkeerde bedrading of
problemen met verbinding
Bewegende objecten of licht afgevende
objecten in de buurt van het detectiegebied.
Het detectiegebied valt samen met
dat van een andere sensor
Waterdruppels op het detectievenster
Het detectiegebied valt samen met
deur/afdekkap
Gevoeligheid is te hoog
Overige
Verkeerde instelling van de dipswitches
Plotselinge wijziging in het
detectiegebied.
Verkeerde bedrading of problemen met verbinding Controleer de bedrading en de connector
Geel
Installatiemodus is ingesteld op " ON " .
Snel
Gevoeligheid is te laag
Vuil detectievenster
Sensorfout
Signaalverzadiging (1e of 2e rij)
Het detectiegebied valt samen met
de deur/afdekkap
Instelfout
Signaalverzadiging (3e, 4e of 5e rij)
European Subsidiary
OPTEX Technologies B.V.
Henricuskade 17, 2497 NB The Hague, The Netherlands
FAX.: +81(0)77 579 7030
TEL.: +31(0)70 419 41 00
E-MAIL: info@optex.eu
East coast office
8510 McAlpines Park Drive, Suite 108
Charlotte, NC 28211 U.S.A.
FAX.: +1(310)898-1098
TEL.: +1-800-877-6656
WEBSITE: www.ot-inc.com
High
Low
11
11
High
Low
12
12
Bi
Uni
13
13
N.O.
N.C.
14
14
OFF
ON
16
16
Buiten
Toegang tot
Toegang tot
detectie
de 2e rij
de 1e rij
gebied
Bewegings /
Stand-by
aanwezigheidsdetectie actief
Rood
Rood
Groen
knipperend
OFF
ON
ON
OFF
Mogelijke maatregelen
Instellen op aangegeven voltage.
Controleer de bedrading en de connector
Controleer INSTELLINGEN 1, 2 & 3 (*)
Stel de gevoeligheid hoger in. (*)
Stel een langere periode in voor de aanwezigheidstimer.(*)
Reinig het detectievenster met een vochtige doek.
Gebruik geen reinigings- of oplosmiddel.
Controleer de bedrading en de connector
Verwijder de objecten
Controleer INSTELLINGEN 3-3 (*)
Gebruik de regenhoes (los verkrijgbaar). Of veeg
het detectievenster schoon met een vochtige doek.
Gebruik geen schoonmaak- of oposmiddelen.
U kunt de eenheid ook op een locatie installeren
waar er geen water op kan komen.
Stel het detectiegebied in op "Deep" (buiten).
Stel de gevoeligheid lager in. (*)
Stel dipswitch 9 op "ON". (*)
Controleer INSTELLINGEN 3-7, 3-8 tot 3-10.(*)
Controleer INSTELLINGEN 3-1 & 3-2.(*)
Als het probleem niet verdwijnt, voer dan een reset
uit voor de sensor. (Zet de stroom uit en weer aan.)
Stel dipswitch 16 op "OFF". (*)
Stel de gevoeligheid hoger in. (*)
Reinig het detectievenster met een vochtige doek.
Gebruik geen reinigings- of oplosmiddel.
Neem contact op met uw installateur of servicemonteur
Verwijder sterk reflecterende objecten uit het
detectiegebied. Of verlaag de gevoeligheid. (*) Of
wijzig de dieptehoek van het bereik voor de 1e tot
en met de 3e rij.
Stel het detectiegebied in op "Deep" (buiten).
Na het wijzigen van de dipswitch instellingen
gedurende 2 secondenop
de functieschakelaar drukken.
Verwijder sterk reflecterende objecten uit het
detectiegebied. Of verlaag de gevoeligheid. (*)
Of wijzig de dieptehoek.
FAX.: +31(0)70 317 73 21
WEBSITE: www.optex.eu
FAX.: +1(704)365-0818