Installatiehandleiding
Let op
De brineleidingen moet worden geïsoleerd vanaf de warmtepomp, door de muren en buiten het huis tot aan de collector, zodat con-
densatie en warmteverlies worden voorkomen.
▪ Als de brineleidingen bovengronds komen te lopen, boort u daarvoor gaten door de muren.
▪ Als de brineleidingen ondergronds komen te lopen volgt u de instructie hieronder.
1. Boor gaten in de muur voor de doorvoerleidingen (1) voor de brineleidingen. Volg hierbij de maatschetsen en aansluitschema's. Als
het gevaar bestaat dat grondwater binnendringt bij de brineleidingdoorvoeren, moeten waterdichte doorvoeren worden gebruikt.
2. Plaats de doorvoerleidingen omlaag hellend (1) in de gaten. De helling moet minstens 1 cm per 30 cm bedragen. Zaag ze schuin af
(zie afbeelding) zodat regenwater niet de leidingen in kan lopen.
3. Steek de brineleidingen (2) in de installatieruimte door de doorvoerleidingen.
4. Werk de muur rond de leidingen af met specie (3).
5. Zorg dat de brineleidingen (2) zich in het midden van de doorvoerleidingen (1) bevinden, zodat de isolatie aan alle zijden even dik
is.
6. Dicht de doorvoerleidingen (1) af met een geschikt afdichtmiddel (schuim) (4).
7.3.2
Aansluiting brine
▪ Installeer een filter (max. maasgrootte 0,7 mm) in de ingaande brineleiding om het toestel te beschermen tegen vreemde deeltjes.
▪ Installeer de ingaande brineleiding met alle bijbehorende onderdelen.
▪ Installeer de uitgaande brineleiding met alle bijbehorende onderdelen.
▪ Beide leidingen moeten worden uitgerust met diffusiedichte condensisolatie.
▪ De afmetingen van het expansievat voor brine moeten voldoen aan de instructies van de fabrikant.
▪ Max. bedrijfsdruk van warmtebron: 6 bar.
24
Mega Eco
Voor elke brineleiding is een aparte doorvoer door de muur vereist. Als
de doorvoeren in de muur onder het hoogste grondwaterpeil liggen,
moeten waterdichte doorvoeren worden gebruikt.
1
BWMEE01IG0110
3
2
3
1. Doorvoerlei-
1
ding
2. Brineleiding
3. Specie
4. Afdichtmiddel
4
Thermia AB