Persoonlijke Instellingen
Babyfoonmodus
Om deze functie te gebruiken moeten er tenminste 2 handsets aangemeld zijn bij het basisstation (zie bladzijde
41 "Een extra handset aanmelden").
Deze functie stelt u in staat de babykamer te controleren. Plaats de handset in de babykamer. Als het
geluidsniveau in de omgeving van de microfoon van de handset boven een bepaald niveau komt, dat belt de
handset automatisch naar een andere handset die bij het basisstation is aangemeld.
Om de babyfoon-functie te gebruiken dient deze geactiveerd worden (op handset 1) en het nummer van de
handset die gebeld moet worden (d.w.z. handset 2) als geluid in de babykamer gesignaleerd wordt, moet
ingevoerd worden. Plaats de handset die in de babyfoonmodus staat (d.w.z. handset 1) in de babykamer. Als
deze handset geluid boven een bepaald niveau signaleert, belt het automatische naar de andere handset (d.w.z.
handset 2).
Babyfoonmodus activeren
m
1.
Druk op
, blader
2.
Voor het nummer van de handset die u wilt bellen in, en druk op
In de babyfoonmodus worden alle toetsen geactiveerd behalve de
wordt op het display getoond als de functie is geactiveerd, en de handset kan niet gebruikt worden
voor inkomende en uitgaande gesprekken.
Babyfoonmodus uitschakelen
m
1.
Druk op
, selecteer
Verlichting
Verlichting Instellen
m
1.
Druk op
, blader
:
2.
Blader
naar
Aan
of
Een toon die de instelling bevestigt is te horen.
De verlichting wordt geactiveerd als gebeld wordt, een nieuw bericht binnenkomt, enz. De batterij
gaat langer mee als de verlichting is uitgeschakeld.
:
naar
Pers. inst.
en druk op
Uit
en druk op
.
OK
:
Pers. inst.
naar
en druk op
Uit
en druk op
om te bevestigen.
OK
:
, blader
naar
Babyfoonmodus
OK
om te activeren.
OK
m
:
Verlichting
OK
, blader
naar
en druk op
OK
Babyfoonmodus
toets.
en druk op
OK
.
37
NL
.