4 Telefoonge-
sprekken voeren
Opmerking
•
Tijdens een stroomstoring kunt u met de telefoon geen
alarmnummers bellen.
Tip
•
Controleer de signaalsterkte voordat u gaat bellen
of terwijl u een telefoongesprek voert (zie 'De
signaalsterkte controleren' op pagina 10).
Bellen
U kunt op de volgende manieren bellen:
•
Normale oproep.
•
Bellen naar een vooraf gekozen
nummer.
U kunt ook bellen via de herhaallijst,
het telefoonboek (zie 'Kiezen vanuit het
telefoonboek' op pagina 18) en de bellijst (zie
'Terugbellen' op pagina 22).
Normale oproep
1
Druk op
of
2
Kies het telefoonnummer.
» Het nummer wordt gebeld.
» De duur van het huidige gesprek
wordt weergegeven.
Bellen naar een vooraf gekozen
nummer
1
Toets het telefoonnummer in.
•
Als u een cijfer wilt wissen, drukt u op
[Wis].
•
Als u een pauze wilt inlassen, houdt u
ingedrukt.
12
NL
.
2
Druk op
of
bellen.
Opmerking
•
De gesprekstijd van uw huidige oproep wordt getoond
in de oproeptimer.
•
Als u waarschuwingstonen hoort, is de batterij van de
telefoon bijna leeg of is de telefoon buiten bereik. Laad
de batterij op of beweeg de telefoon in de richting van
het basisstation.
Een gesprek aannemen
Wanneer de telefoon overgaat, kunt u de
volgende opties selecteren:
•
druk op
of
nemen.
•
de telefoon opnemen om de oproep
te beantwoorden wanneer u de functie
automatisch antwoorden (zie 'Automatisch
antwoorden' op pagina 26) activeert.
•
[Stil] selecteren om het belsignaal van
het huidige inkomende gesprek uit te
schakelen.
Waarschuwing
•
Houd om gehoorschade te voorkomen de handset
op voldoende afstand van uw oor wanneer de
handset overgaat of wanneer de handsfree-modus is
ingeschakeld.
Opmerking
•
De service nummerherkenning is beschikbaar als u de
service nummerherkenning hebt geactiveerd bij uw
serviceprovider.
Tip
•
Wanneer u een oproep hebt gemist, wordt een bericht
weergegeven.
om het nummer te
om het gesprek aan te