12.0 Accu
Voor het eerste gebruik:
De accu wordt gedeeltelijk opgeladen
geleverd. Om de volledige capaciteit van de
accu te verkrijgen, laadt u voor het eerste
gebruik de accu volledig met het
oplaadapparaat op.
Lees voor het opladen van de accu de
gebruiksaanwijzing van het oplaadapparaat en
neem de voorschriften in acht. De accu kan in
elke laadtoestand opgeladen worden.
Een onderbreking van het oplaadproces
beschadigt de accu niet. De accu is voorzien
van een temperatuurbewaking die ervoor
1.
Plaatsen van de accu:
Plaats de accu alleen op een schone
ondergrond. Voorkom in het bijzonder het vuil
worden van de oplaadaansluiting en de
contacten, bijvoorbeeld door zand of aarde.
Om de accu in de drager te plaatsen moet
deze met de contacten naar voren in de drager
(slede) geplaatst worden, tot de accu vastklikt.
Controleer of de accu stevig vastzit, anders kan
de accu uit de slede vallen.
zorgt dat de accu alleen in het
temperatuurbereik tussen 0 °C en 40 °C
kan worden opgeladen.
Opladen van de accu:
Controleer of uw accu "geactiveerd is", door
op de powerknop te drukken. Indien de accu
nooit gebruikt is, of in "deep sleep" is gezet,
kan deze geactiveerd worden door de accu
kort aan te sluiten op de lader.
De accu kan zowel in de slede (2), als buiten de
fiets opgeladen worden (1). Steek hiervoor de
stekker op de correcte wijze in de laadplug.
2.
3.
Voor het verwijderen van de accu, schakelt u
de fiets eerst uit. Vervolgens moet de sleutel
van het AXA ringslot gebruikt worden in het
accuslot (3). Draai de sleutel een kwartslag tot
u merkt dat de accu uit de slede gehaald kan
worden. Trek de accu uit de slede (4).
Let erop dat je de sleutel niet in het accuslot
laat zitten.
4.
23