SMALL,
MEDIUM &
LARGE
1 4
2.0.9. ROMPSTEUN
De rompsteun wordt geopend door de buitenste handgrepen
(aan de achterkant) omhoog te bewegen. De rompsteun wordt
gesloten door de handgrepen weer naar beneden te schuiven
zodat de opening kleiner wordt. Let op: De rompsteun moet
altijd gesloten zijn als het loophulpmiddel in gebruik is.
2.0.10. IN- EN UITSTAPPEN
Pak de voorkant van de kantelbeugel* met beide handen
vast en kantel hem. Hierdoor gaat de stoel omlaag, wat het
in- en uitstappen vergemakkelijkt (de Micro kan niet worden
gekanteld). De stoel gaat weer omhoog door de kantelbeugel
omlaag te drukken totdat deze hoorbaar vastklikt in de klikhaak.
Opmerking: Sluit de rompsteun (zie paragraaf 2.0.9.) en de
achterste stop (paragraaf 2.0.12.) als de loophulp in gebruik is.
2.0.11. DE HANDGREEP AANPASSEN
De hoek van de handgreep wordt aangepast met twee
handschroeven. Draai de handschroeven tegen de klok in
zodat het handvat kan draaien. Er zijn drie standaardinstellingen
van de handgreep. Vergeet niet de handschroeven weer vast
te draaien. Opmerking: De handgreep kan in een verticale
stand worden gezet, zodat de gebruiker vrij toegang heeft tot
bijvoorbeeld een werktafel en keukentafel.
2.0.12. DE ACHTERAANSLAG GEBRUIKEN
De achterste stop moet altijd vergrendeld zijn als het
loophulpmiddel in gebruik is. Zwaai de achteraanslag omhoog
zodat deze tegen de zitting rust en vergrendelt. Til de achterste
stop op en zwaai hem naar beneden om de achterste stop
weer te openen bij het verlaten van het loophulpmiddel.
*Laat de kantelbeugel nooit los wanneer u deze omhoog
of omlaag brengt.