Regeling van het minimum voor methaan
of stadsgas
Schakel de brander in, en stel in op de
minimum positie. Verwijder de knop van de
gaskraan, en handel op de regelschroef
die zich naast het staafje van de kraan
bevindt (afhankelijk van het model) tot een
regelmatige minimum vlam wordt
verkregen.
Monteer de knoppen opnieuw, en
controleer de stabiliteit van de vlam van de
brander. Draai de knop snel vanaf de
maximum positie naar de minimum positie:
de vlam zou niet mogen uitgaan. Herhaal
deze handeling voor alle gaskranen.
Tabellen met kenmerken van de branders en de straalpijpen
Methaan G25 - 25 mbar
Nominaal warmteverbruik (kW)
Diameter van de straalpijp (1/100 mm)
Voorkamer (gedrukt op straalpijp)
Gereduceerd verbruik (W)
Vloeibaar gas G30/31 - 30/30 mbar
Nominaal warmteverbruik (kW)
Diameter van de straalpijp (1/100 mm)
Gereduceerd verbruik (W)
Nominaal verbruik G30 (g/h)
Nominaal verbruik G30 (g/h)
De straalpijpen die niet worden bijgeleverd kunt u bestellen bij erkende servicecentra.
26
Installatie
Regeling van het minimum voor
vloeibaar gas
Draai de schroef naast het staafje van de
kraan helemaal rechtsom.
Na de regeling met een ander gas
dan dat van de fabrieksafstelling
moet het etiket voor de regeling
van het gas, dat werd
aangebracht op het toestel,
vervangen worden door het etiket
voor het nieuwe gas. Het etiket is
bij de straalpijpen gevoegd
(indien aanwezig).
Smering van de gaskranen
Het kan zijn dat de gaskranen mettertijd
moeilijk draaien en geblokkeerd raken.
Reinig ze intern, en vervang het smeervet.
De smering van de gaskranen
moet uitgevoerd worden door een
gespecialiseerde technicus.
AUX
1.0
72
(F1)
400
AUX
1.0
50
400
76
75
SR
R
1.8
3.0
94
121
(Y)
(F2)
500
800
SR
R
1.8
3.0
65
85
500
800
131
218
129
214
UR
3.5
138
(F3)
1600
UR
3.5
94
1600
255
250