Inhoudsopgave
Advertenties
Wanneer de kantelbeveiliging actief is of tijdens
de opstartaftelling kunt u die op elk moment
deactiveren.
· Wanneer de kantelbeveiliging opstart of actief
is, drukt u op de kantel-/windknop [H] of houdt
u de snelheids-/kantelknop [f] ingedrukt om
deze functie te deactiveren. 'TILT OFF' ver-
schijnt op het LCD-scherm [15] en 'TILT' is niet
langer te zien.
WINDFUNCTIE
/
:
:
3 sec.
3 sec.
De windfunctie wordt vaak gebruikt wanneer
u moet werken op een trillend oppervlak of in
winderige omstandigheden.
· Activeer de windfunctie door de kantel-/wind-
knop [H] of scan-/windknop [g] ongeveer 3
seconden ingedrukt te houden tot 'Wind On'
verschijnt op het scherm.
'WIND' verschijnt boven aan het LCD-scherm
[15]. De laser blijft draaien en nivelleert zichzelf
voortdurend, ook wanneer een lichte schok
wordt gedetecteerd door de sensoren.
OPMERKING
Onthoud dat dit de minst nauwkeurige
werkmethode is. Er kunnen zich meetfouten
voordoen.
· Deactiveer de windfunctie door de kantel-/
windknop [H] of scan-/windknop [g] ongeveer
3 seconden ingedrukt te houden tot 'Wind Off'
verschijnt op het scherm [15]. 'WIND' is niet
langer te zien.
WIND
BASISMODUS
ON
Wanneer zowel de kantelbeveiliging als de wind-
functie uitgeschakeld zijn, maakt de laser gebruik
van de basismodus.
Na het nivelleren begint de laser te draaien. Wan-
neer de sensoren een lichte schok detecteren,
zoals een trilling of windstoot, stopt de laser met
draaien en begint hij opnieuw te zelfnivelleren.
'LEVELLING' verschijnt op het LCD-scherm [15].
Wanneer de laser genivelleerd is, verschijnt 'LE-
VELLED' en begint de laser opnieuw te draaien.
HELLINGSFUNCTIES
Standaard toont de tool een 100% horizontale
en verticale laserstraal. Indien nodig kan de laser
een hellende laserstraal projecteren.
13
Advertenties
Inhoudsopgave
