Minimumafstand tussen twee veiligheidsvergrendelingen
of andere systemen met dezelfde frequentie (125 kHz): 30 mm.
3.2 Mechanische hulpontgrendeling
Voor het opstellen van de machine kan de veiligheidsvergrendeling spanningsloos ontgrendeld worden. Door de
driekant van de hulpontgrendeling met behulp van de driekantsleutel in positie
veiligheidsvergrendeling ontgrendeld. De normale functie wordt pas hersteld nadat de hulpontgrendeling terug in
p
haar uitgangspositie
De driekantsleutel TK-M5 (101100887) is als toebehoren verkrijgbaar.
2
Constructief kan na het terugdraaien van de hulpontgrendeling een nog actieve hulpontgrendeling door de LED
weergegeven worden (de drie LED knipperen). Deze worden gereset door een hernieuwde aansturing via de
stuuringangen.
2
Hulpontgrendeling niet over de aanslag heen draaien!
Na de inwerkingstelling moet de hulpontgrendeling met het meegeleverde deksel worden dichtgeschroefd en
vervolgens met het bijbehorende zegel verzegeld worden. Het maximale aandraaimoment van de dekselschroef
bedraagt 0,55 Nm.
Positie vergrendeld
3.3 Elektrische hulpontgrendeling-E (voor -ST2)
gedraaid is.
q
Positie ontgrendeld
12-28
te draaien, wordt de