INSTRUCTIES VOOR BEDIENING EN MONTAGE Solenoid interlock AZM400Z-ST-I2-1P2P Table of Contents 1 Over dit document 1.1 Functie 1.2 Doelgroep van de bedieningshandleiding: gemachtigd personeel 1.3 Gebruikte symbolen 1.4 Correct gebruik 1.5 Algemene veiligheidsinstructies 1.6 Waarschuwing voor foutief gebruik 1.7 Uitsluiting van aansprakelijkheid 2 Productbeschrijving 2.1 Typenschlüssel...
1.5 Algemene veiligheidsinstructies De gebruiker moet de veiligheidsinstructies van deze bedieningshandleiding alsmede de nationale installatienormen en de geldende veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften in acht nemen. Aanvullende technische informatie vindt u in de Schmersal catalogi of in de online catalogus: products.schmersal.com. 2-28...
Alle vermeldingen zijn vrijblijvend en zonder enige contractuele verbintenis. Technische wijzigingen voorbehouden. Bij naleving van de veiligheidsinstructies en de instructies voor montage, inwerkingstelling, bediening en onderhoud zijn geen restrisico's bekend. 1.6 Waarschuwing voor foutief gebruik Bij ondeskundig of niet-correct gebruik of manipulaties kunnen bij gebruik van de component eventuele gevaren voor personen of schade aan machine- of installatieonderdelen niet uitgesloten worden.
2P2P 2 diagnose-uitgangen en 2 veiligheidsuitgangen, met p-schakeling (alleen voor ST2) zonder hulpontgrendeling Paniekontgrendeling Met bevestigingsgaten voor de montage van de Bowdenkabel zonder zonder elektronische hulpontgrendeling (alleen voor ST) met elektronische hulpontgrendeling (alleen voor ST2) Bedieningssleutel AZM400-B1 De modellen AZM400Z-...-BOW mogen alleen in combinatie met de als accessoire verkrijgbare Bowdenkabelontgrendeling ACC-AZM400-BOW-.M-.M gebruikt worden.
De gebruiker moet het veiligheidscircuit evalueren, ontwerpen en opbouwen volgens de van toepassing zijnde normen en afhankelijk van het vereiste veiligheidsniveau. Als meerdere veiligheidssensoren deelnemen aan eenzelfde veiligheidsfunctie, moeten de PFH waarden van de individuele componenten opgeteld worden. Het volledige concept van de besturing, waarin de veiligheidscomponent geïntegreerd wordt, moet gevalideerd worden volgens de relevante normen.
Aantal veiligheidscontacten Classificatie Normen, voorschriften: EN ISO 13849-1 EN IEC 61508 Veiligheidsclassificatie - Arrêteerfunctie Performance Level, tot Sturingscategorie PFH waarde 1,00 x 10⁻⁹ /h PFD waarde 9,00 x 10⁻⁵ Safety Integrity Level (SIL), erin passen Gebruiksduur 20 Jaar (Jaren) Veiligheidsclassificatie - Vergrendelfunctie Performance Level, tot Sturingscategorie PFH waarde...
Pagina 7
Aandraaimoment van de schroeven 8 Nm Note The maximum tightening torque of the cover screw (cover triangle) is 0.55 Nm. Mechanische gegevens - Aansluittechniek aansluitwijze Aansluitstekker M12, 8-polig, A-gecodeerd Mechanische gegevens - Afmetingen Lengte van de sensor 46,7 mm Breedte van de sensor 77,8 mm Hoogte van de sensor 156,7 mm...
Voorwaardelijke nominale kortsluitstroom volgens EN 60947-5-1 100 A External wire and device fuse rating 2 A gG Tijd voor operationeel, maximum 1.500 ms Schakelfrequentie, maximum 0,3 Hz Sluit-/openingscyclus, minimum Minimale gemiddelde cyclustijd (bij permanente werking) 20 s Utilisation category DC-12 24 VDC / 0,05 A Elektrische gegevens –...
Dit toestel leeft bij gebruik op een minimumafstand van 100 mm de grenswaarden voor het stimuleren van de zenuwen (ISED SPR-002) na. Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door K.A. Schmersal GmbH & Co. KG, kunnen ertoe leiden dat de gebruiker de bevoegdheid voor het gebruik van het apparaat verliest.
(ISED CNR-102) bij processen met een minimumafstand van 100 mm. Wijzigingen of verbouwingen waarvoor K.A. Schmersal GmbH & Co. KG niet uitdrukkelijk toestemming gegeven heeft, kunnen ertoe leiden dat de gebruiker de vergunning voor het gebruik van het toestel verliest.
Pagina 11
De bediencurves geven het typische detectiebereik van de bediensleutel in functie van de bedienrichting weer. De bediening is uitsluitend toegelaten vanuit X en Y richting. De afstand van max. 7 mm tussen de bediensleutel en de veiligheidsvergrendeling moet nageleefd worden, zodat de opgegeven houdkracht en de veilige vergrendelfunctie volgens SIL 3 bereikt wordt.
Minimumafstand tussen twee veiligheidsvergrendelingen of andere systemen met dezelfde frequentie (125 kHz): 30 mm. 3.2 Mechanische hulpontgrendeling Voor het opstellen van de machine kan de veiligheidsvergrendeling spanningsloos ontgrendeld worden. Door de driekant van de hulpontgrendeling met behulp van de driekantsleutel in positie te draaien, wordt de veiligheidsvergrendeling ontgrendeld.
De elektrische hulpontgrendeling kan door een extra hulpspanning worden gerealiseerd. Hiervoor is de hulpvoedingsingang H1 beschikbaar. De AZM400 mag uitsluitend met de hulpvoeding worden ingeschakeld, zodat de vergrendelbout onafhankelijk van de stuuringangen terugkeert. Daarna zijn geen andere acties meer mogelijk, de veiligheids- en diagnose-uitgangen blijven uitgeschakeld. Systeemtoestand (uitsluitend geldig tijdens de initialiseringsfase): Hoofdvoeding Hulpvoeding...
AZM 400 met paniekontgrendeling AZM400Z-ST..-T AZM400Z-ST2..-T Legende Hulpontgrendeling met deksel Paniekontgrendeling Vergrendelbout (uitgetrokken) Inbouwstekker M12, 8-polig Inbouwstekker M12, 5-polig RFID sensor 3.7 Bediensleutel en toebehoren Bediensleutel AZM400-B1 (niet inbegrepen in de levering) 15-28...
Pagina 16
Montageplaat, onderdeel van de montageset MS-AZM400 (verkrijgbaar als accessoire) Spertang SZ400 (Verkrijgbaar als accessoire) Gedetailleerde informatie en montage-instructies zie handleiding SZ400 16-28...
Bowdenkabelontgrendeling ACC-AZM400-BOW-.M-.M (als toebehoren verkrijgbaar) De bijkomende instructies van de handleiding van de Bowdenkabelontgrendeling moeten in acht worden genomen. 4 Elektrische aansluiting 4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden.
De spanningsingangen A1 (en H1 bij AZM400Z-ST2..) en de besturingsingangen E1, E2 en E3 moeten een bescherming tegen permanente overspanning hebben. Daarom moeten gestabiliseerde voedingen volgens EN 60204-1 gebruikt worden. De veiligheidsuitgangen kunnen rechtstreeks opgenomen worden in het veiligheidscircuit van de besturing. De vereiste elektrische kabelbescherming moet in de installatie worden voorzien.
100 ms in te stellen. De veiligheidsingangen van de veiligheidsmodule moeten een testimpuls van < 1 ms kunnen maskeren. Meer informatie voor het kiezen van geschikte veiligheidsmodules vindt u in de Schmersal catalogi of in de online catalogus: products.schmersal.com.
Pagina 20
Functie van het Pinconfiguratie van de Kleurencodesvan de Mogelijke veiligheidscomponent inbouwstekker M12. Schmersal stekkers kleurencodes van 8-polig volgens DIN 47100 andere courant verkrijgbare aansluitstekkers volgens EN 60947-5-2 Stuuringang 1 Veiligheidsuitgang 1 Diagnose-uitgang Stuuringang 3 Veiligheidsuitgang 2 Stuuringang 2 Aansluitschema van de variant AZM400Z-ST2-…...
Functie van het Pinconfiguratie van de Kleurencodesvan de Mogelijke veiligheidscomponent inbouwstekker M12, Schmersal stekkers kleurencodes van 5-polig volgens DIN 47100 andere courant verkrijgbare aansluitstekkers volgens EN 60947-5-2 Functionele aarding 3 Toebehoren aansluitkabels Aansluitkabels met koppeling (female) M12, 8-polig – 8 x 0,25 mm², IP67 / IP69...
Veiligheidsvergrendelingen met standaardcodering zijn bij levering klaar voor gebruik. Individueel gecodeerde veiligheidsvergrendelingen en bediensleutels worden volgens de onderstaande procedures aan elkaar aangeleerd: 1. Veiligheidsvergrendeling uitschakelen en opnieuw onder spanning zetten. 2. Bediensleutel in het detectiebereik brengen. De leerprocedure wordt aan de veiligheidsvergrendeling gesignaleerd, de groene LED is uitgeschakeld, de rode LED brandt, de gele LED knippert (1 Hz).
groen (power) Voedingsspanning aanwezig geel (status) bedrijfstoestanden rood (fault) Fout (zie tabel 2: foutmeldingen / impulscodes rode diagnose-LED) Plaatsing van de LED`s 6.3 Diagnose-uitgangen De kortsluitvaste diagnose-uitgang OUT of OUT1 en OUT2 van de variant ST2 kan voor centrale visualisatie- of besturingstaken gebruikt worden, bijvoorbeeld in een PLC.
Pagina 25
Tabel 1: Diagnostische informatie van de veiligheidsvergrendeling AZM400 Toestand Stuursignal Veiligheids Diagnose-uitgangen van het uitgangen systeem ST2- ST2- Vergrendel ST-Variant groen rood geel Y1, Y2 Variant Variant functie OUT1 OUT2 Deur Ontgrendelin geopend en ontgrendeld (grendel ingetrokken) Deur Ontgrendelin knippert 24 V gesloten en ontgrendeld...
Pagina 26
Bediensleutel aanleren bij versie I1/I2 Aanleren Ontgrendelin knippert bediensleute langzaam l gestart Bediensleute Ontgrendelin knippert snel l aanleren afgesloten worden. Alleen I2: Ontgrendelin knippert 24 V 24 V bediensleute l is aangeleerd (Manipulatie beveiligingst ijd loopt) na 30 min: uitschakeling wegens fout zie knippercodes Tabel 2: Foutmeldingen / Impulscodes rode diagnose-LED Impulscodes (rood)
7 Gebruik en onderhoud 7.1 Functietest De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden. Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn: 1. Controle van de max. afwijking van bediensleutel en veiligheidsvergrendeling. 2. Controle van de max. hoekafwijking. 3. Ervoor zorgen dat de bediensleutel in de Z as niet over de uitgetrokken grendel geheven kan worden. 4.
Pagina 28
Het veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden. 28-28 Schmersal Nederland B.V., Lorentzstraat 31, 3846 AV Harderwijk De genoemde gegevens en informatie zijn zorgvuldig gecontroleerd. Afbeeldingen kunnen afwijken van het origineel. Verdere technische gegevens zijn te vinden in de handleiding. Technische wijzigingen en fouten voorbehouden.