Ontstekingsspiraal
Zeefje
M
DE KACHEL GAAT LANGZAAM UIT.
De wisseltank is leeg.
Zie hoofdstuk B.
Er zit vocht in het onderreservoir.
Raadpleeg uw dealer.
De kous is aan de bovenzijde verhard.
Kachel helemaal leegbranden (hoofdstuk G). Gebruik de juiste brandstof.
U gebruikt verouderde brandstof.
Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.
DE KACHEL BLIJFT LAAG BRANDEN.
De kous staat te laag.
Zet de koushoogtevergrendeling een stand hoger (hoofdstuk F).
De kachel had voor het bijvullen vrijwel alle brandstof verbruikt.
Na het plaatsen van de volle wisseltank 30 minuten wachten met ontsteken.
U gebruikt oude of verkeerde brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk 'Wat u vooraf moet weten').
De ruimte wordt onvoldoende geventileerd.
Zet even een raam of deur wijd open en laat deze daarna op een kier staan.
DE KACHEL BRANDT TE HOOG, MET NIET REGELBARE VLAMMEN.
U gebruikt verkeerde, te vluchtige brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk 'Wat u vooraf moet weten').
De kous staat te hoog.
Zet de koushoogtevergrendeling een stand lager (hoofdstuk F).
H
OVER HET ONDERHOUD
Uw kachel vergt weinig onderhoud. Wel dient u stof en vlekken bijtijds af te
nemen met een vochtige doek, omdat er anders hardnekkige vlekken kunnen ont-
staan. Normaal gesproken zijn er slechts drie onderdelen aan slijtage onderhevig:
1. DE BATTERIJEN
Deze kunt u zelf vervangen. Gooi de oude batterijen niet in de vuilnisbak. Volg de
regels zoals die in uw gemeente gelden voor Klein Chemisch Afval.
2. DE KOUS / LEEGBRANDEN
Om de levensduur van de kous te verlengen, moet u de kachel van tijd tot tijd
eens helemaal laten leegbranden (tot hij vanzelf uitgaat). Doe dit wanneer u
merkt dat de vlam wat zwakker wordt. Het leegbranden veroorzaakt enige geur,
dus het is raadzaam dit buiten de leefruimte te doen.
3. DE ONTSTEKINGSSPIRAAL
De ontstekingsspiraal gaat langer mee als u op de juiste manier ontsteekt.
Vervang op tijd de batterijen en let erop dat u de ontstekingsschuif niet te
krachtig naar beneden duwt. Als de gloeidraad gebroken is, dient de spiraal
vervangen te worden.
HET BRANDSTOFZEEFJE
Controleer ook met enige regelmaat het brandstofzeefje. Haal de wisseltank ¾ uit
de kachel en verwijder het brandstofzeefje (fig. N). Dit kan wat nadruppelen;
houd een doekje bij de hand. Klop het brandstofzeefje omgekeerd leeg op een
harde ondergrond, om het vuil te verwijderen. (Nooit reinigen met water!)
Plaats het brandstofzeefje weer in de kachel.
Verwijder zelf geen onderdelen van de kachel. Neem voor een eventuele
reparatie altijd contact op met uw dealer.
Laat de kachel afkoelen voordat u onderhoud pleegt.
1
105