●
b.
Typ ping, gevolgd door het IP-adres voor uw apparaat.
c.
Het netwerk functioneert als er op het scherm retourtijden worden weergegeven.
2.
Als de ping-opdracht is mislukt, controleer dan of de netwerkhubs zijn ingeschakeld en controleer
vervolgens of de netwerkinstellingen, het product en de computer allemaal voor hetzelfde netwerk zijn
geconfigureerd (ook bekend als subnet).
Het apparaat maakt gebruik van de verkeerde koppelings- en duplexinstellingen voor
het netwerk
HP raadt aan deze instellingen op de automatische modus te laten staan (de standaardinstelling). Wanneer u
deze instellingen wijzigt, dient u deze ook voor uw netwerk te wijzigen.
Nieuwe softwareprogramma's zorgen mogelijk voor compatibiliteitsproblemen
Controleer of eventuele nieuwe softwareprogramma's juist zijn geïnstalleerd en of deze het juiste
scanstuurprogramma gebruiken.
Uw computer of werkstation is mogelijk niet juist ingesteld
1.
Controleer de instellingen van de netwerkdrivers, scandrivers en netwerkomleiding.
2.
Controleer of het besturingssysteem juist is geconfigureerd.
Het apparaat is uitgeschakeld of andere netwerkinstellingen zijn niet juist
1.
Bekijk de configuratie-/netwerkpagina's van het product om de status van de netwerkinstellingen en
protocollen te controleren.
2.
Configureer de netwerkinstellingen zo nodig opnieuw.
138 Hoofdstuk 5 Problemen oplossen
In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren, typ vervolgens cmd en druk op Enter.
NLWW