■ Blok (10): Door bedieningsorganen bewerkbare virtuele controleparameters.
Deze controleregelaars zijn virtuele controleregelaars voor het bijstellen van bewerkbare parameters (bestemmingen) bij elke
invoermethode (bron).
Voorbereidingen
Voer de volgende stappen uit van het scherm in stap 2 van de procedure onder "Bewerken en opslaan van een toon als een
gebruikerstoon" op pagina D-20.
1.
Selecteer "VirtualCtrl >Ent" en druk dan op
• Controleregelaars zijn als 1 - 8 genummerd en zijn toegewezen aan de
2.
Selecteer d.m.v. de
bewerken.
Bewerkbare Parameterlijst
Displaytekst
Bron (source). Specificeert de invoermethode.
Off: None
CC00 - CC97: MIDI controleverandering*.
NoteOnKeyNum: Toetsnummer van MIDI noot aan boodschap
NoteOnVel: Snelheidswaarde van MIDI noot aan boodschap
Ch.Pressure: MIDI ontvangstkanaal after touch
Bend Up: Opwaartse bewerking van
Source
Bend Down: Neerwaartse bewerking van
Modulation:
LFO1: LFO1 (Blok (8))
LFO2: LFO2 (Blok (9))
* Refereer aan het MIDI Implementatiedocument (http://world.casio.com/) en andere MIDI
documentatie voor details voor elke instelling.
Depth
Diepte (depth). Specificeert hoe de virtuele besturing wordt toegepast.
Bestemmming (destination). Specificeert de bestemmingsparameter voor een virtuele
Dest
besturingsbebewerking.
■ Overige bewerkbare items
Dit hoofdstuk geeft een uitleg over de parameters die geen onderdeel uitmaken van de blokken die tot nog toe beschreven zijn.
Deze instellingen zijn niet alleen van toepassing op de Solo Synthesizer maar ook op andere categorieën tonen.
Voorbereidingen
Toon het scherm in stap 2 van de procedure onder "Bewerken en opslaan van een toon als een gebruikerstoon" op pagina D-20.
Bewerkbare Parameterlijst
• Gearceerde cellen geven een groep aan die bestaat uit meerdere items. Druk op
groep vormen.
Displaytekst
DSP aan/uit (DSP on/off). Specificeert of DSP al dan niet uitgeoefend dient te worden op tonen.
DSP On/Off
• Wanneer deze instelling ingeschakeld is, wordt indrukken van
(Enkel Niet-
het DSP bewerkingsscherm (pagina D-39).
Synthesizer tonen)
• Dit item wordt niet aangegeven op de bewerkingslijst van Solo Synthesizertonen.
DSP bewerking (DSP Edit). Groep van bewerkbare effectfunctie DSP's (pagina D-36). Druk op
DSP Edit >Ent
ENTER om door te gaan naar het DSP bewerkingsscherm.
Gedeactiveerd wanneer de DSP Aan/Uit instelling hierboven Uit is.
Volume
Volume (volume). Specificeert het hoofdvolume.
Rev.Send
Nagalm zenden. Specificeert hoe nagalm (pagina D-36) wordt uitgeoefend op een toon.
Cho.Send
Zweving zenden. Specificeert hoe zweving (pagina D-36) wordt uitgeoefend op een toon.
(Enkel Niet-
• Dit item wordt niet aangegeven op de bewerkingslijst van Solo Synthesizertonen.
Synthesizer tonen)
9
PART min (–) en plus (+) toetsen het nummer van de controleregelaar die u wilt
bt
BENDER midden
bt
MODULATION bediening
br
ENTER om toegang te verkrijgen tot de groep.
5
Omschrijving
bt
BENDER midden
Omschrijving
br
ENTER toegang verkregen tot
Selecteren en Creëren van tonen
schuifregelaars (1/9 - 8/16).
Verwijs naar de cel links.
–128 tot 0 tot +127
• Off
• Blok (1) - (9)
• DSP parameters
br
ENTER om de items te tonen die een
br
Instellingen
parameters (pagina's
D-23 - D-28) waarvan
de "Displaytekst" (toon
tekst) items gevolgd
worden door "(V)".
(pagina D-100)
Instellingen
Off, On
0 - 127
0 - 127
0 - 127
D-29