8. ENERGIEZUINIGHEID
8.1 Energiebesparing
Zorg ervoor dat de ovendeur gesloten is als u de oven in werking stelt. Open de ovendeur niet
te vaak tijdens gebruik. Houd het deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op zijn plaats
vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer energie te besparen (alleen als u geen magnetronfunctie
gebruikt).
Verwarm de oven niet voor als het niet hoeft.
Houd onderbrekingen tussen het bakken zo kort mogelijk als je een aantal gerechten
tegelijkertijd bereidt.
Koken met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
De ventilator en lamp blijven werken. Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het display de
restwarmte aan. U kunt die warmte gebruiken om het eten warm te houden.
Wanneer de kookduur langer is dan 30 minuten, verlaag dan de oventemperatuur tot minimaal
3-10 minuten voor het einde van het koken. De restwarmte in de oven zal blijven koken.
Je kunt de restwarmte gebruiken om andere maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om de restwarmte te gebruiken en een maaltijd
warm te houden. Het indicatielampje van de restwarmte of temperatuur verschijnt op het
display.
Koken met de verlichting uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken uit. Doe het aan als je het nodig hebt.
9. MENUSTRUCTUUR
9.1 Menu
Stap 1
Selecteer de
Menu, Instellin‐
gen.
- selecteer om de Menu.
Stap 2
Instelling beves‐
Selecteer de in‐
tigen.
ENERGIEZUINIGHEID
Stap 3
Stap 4
O1 - O9
Instelling beves‐
stelling.
Stap 5
Pas de waarde
aan en druk op
tigen.
.
11/28