4.4 Veiligheidsinstructies voor de oplader en het laadproces
!
Voor het begin van het laadproces moeten allebei de wielen uitgeschakeld worden.
Indien de accu's direct aan de rolstoel opgeladen worden, moet deze met behulp van zijn parkeerremmen tegen
ongewild wegrollen beveiligd worden!
• Het laadproces vindt direct aan de wielen plaats die hiervoor niet van de rolstoel af genomen hoeven te worden. In principe moeten
altijd beide accu's tegelijkertijd weer opgeladen worden; daarom beschikt de oplader ook over twee laadleidingen.
• Gebruik voor het laden van de twion accu's uitsluitend de meegeleverde Alber oplader. Het laadproces wordt automatisch beëindigd,
zodra de accu opgeladen is. Overladen is daardoor uitgesloten.
• Gebruik voor het opladen nooit een andere, niet van Alber afkomstige oplader.
• Laad met de oplader geen andere accu's op dan de accu's die in de twion ingebouwd zijn.
• Als de twion wielen langer (meer dan 1 dag) niet gebruikt worden, dan moet de oplader eerst van de netaansluitdoos en daarna van het
wiel (de accu) gescheiden worden.
• Stel de oplader tijdens het laadproces aan geen enkel vocht (water, regenwater, sneeuw) bloot.
• Voorzichtig bij condensatie. Als de oplader van een koude naar een warme ruimte wordt gebracht, dan kan zich condenswater vormen. In
dit geval moet het gebruik van de oplader zo lang worden uitgesteld, tot het condenswater verdampt is. Dit kan enkele uren duren.
• Voer het laadproces nooit uit in ruimtes waarin vocht zou kunnen neerslaan op de oplader.
• Draag de oplader nooit aan de netkabel of de laadleidingen.
• Trek nooit met een ruk aan de netkabel om de oplader te isoleren van het stopcontact.
• Leg de netkabel en de beide laadkabels die daaraan zitten zo, dat niemand erop stapt of erover struikelt en dat ze niet zijn blootgesteld
aan andere schadelijke invloeden of belastingen.
• Zet de oplader niet in als de netkabel, een of beide laadkabels of de aan de kabels aangebrachte stekkers beschadigd zijn. Beschadigde
delen moeten onmiddellijk door de door Alber geautoriseerde specialist vervangen worden.
• Gebruik de oplader nooit en haal hem niet uit elkaar als hij een harde slag heeft opgelopen, gevallen is of op een andere manier bescha-
digd werd. Breng de beschadigde oplader voor reparatie naar een door Alber geautoriseerde specialist voor medische hulpmiddelen.
14
• De oplader mag niet door kleine kinderen gebruikt worden.
• De oplader mag alleen worden ingezet met 100V - 240V netwisselspanning.
• Haal de oplader niet uit elkaar en modificeer hem niet.
• Dek de oplader tijdens het laadproces niet af en leg geen voorwerpen op het apparaat.
• Stel de kabels en de stekkers niet bloot aan druk. Sterke rek of knikken van de kabels, het inklemmen van de kabel tussen een muur en
een kozijn of zware voorwerpen op de kabel of de stekker leggen zouden een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
• De beide polen van de stekkers aan de laadkabels nooit met metalen voorwerpen kortsluiten.
• Controleer of de netstekker stevig in het stopcontact zit.
• Raak de netstekker en de beide stekkers aan de laadkabels niet met vochtige handen aan.
• Gebruik de stekkers van de oplader en/of de netstekker niet als deze nat of vuil zijn. Maak ze vóór het insteken schoon met een droge
doek.
• Gelieve na beëindiging van het laadproces eerst de stekker van de oplader uit het stopcontact te trekken en vervolgens de laadstekkers
uit de laadbussen van de twion wielen.
• Let op dat er geen vocht in de bus [2] kan binnendringen, nadat de verbinding met de oplader gescheiden werd.
• Netstekker is bedoeld als uitschakelinrichting. Plaats om deze reden geen apparatuur, want dit zou de bediening van de uitschakelin-
richting bemoeilijken.
• Aanpassing van deze apparatuur is niet toegestaan.
• Indien nodig, controleer de elektrische aansluitingen en zorg ervoor dat de oplader niet afgedekt wordt en correct gepositioneerd is.
Let er vóór en na het laadproces op dat de stekkers van de oplader [9] en de bussen in de Aan-/Uit knop [2] van
het twion wiel schoon zijn en geen zich geen metalen deeltjes eraan bevinden. Als deze toch voorhanden zijn,
dan moeten ze met een schone, droge doek verwijderd worden!
De stekkers van de oplader zijn magnetisch.
Vermijd daarom elk contact van de stekkers met medische implantaten, elektronische opslagmedia, EC-kaarten
en dergelijke.