3
Druk de ontspanknop helemaal in om het beeld op te nemen.
De scherpstelmethode kiezen die geschikt is voor de
beweging van het onderwerp (Automatische
scherpstelfunctie)
Fn-knop t [Autom. scherpst.] t Selecteer de gewenste
instelling
(Enkelvoudige
AF)
(Automatische
AF)
(Continue AF)
Opnametechnieken
• Gebruik
• Gebruik
Opmerking
•
(Automatische AF) wordt geselecteerd als de belichtingsfunctie is ingesteld op
AUTO of op een van de volgende scènekeuzefuncties:
(Zonsondergang) of
(Enkelvoudige AF) wordt geselecteerd als de belichtingsfunctie is ingesteld op
(Macro) in de scènekeuzefunctie.
(Continue AF) wordt geselecteerd als de belichtingsfunctie is ingesteld op
(Sportactie) in de scènekeuzefunctie.
78
NL
De camera voert de scherpstelling uit en de scherpstelling
wordt vergrendeld wanneer u de ontspanknop half indrukt.
De functie [Autom. scherpst.] wordt geschakeld tussen
enkelvoudige AF en continue AF, afhankelijk van de
beweging van het onderwerp.
Wanneer u de ontspanknop halverwege ingedrukt houdt als
het onderwerp bewegingsloos is, wordt de scherpstelling
vergrendeld. Als het onderwerp beweegt, gaat de camera
verder met het scherpstellen.
De camera blijft scherpstellen zolang u de ontspanknop tot
halverwege ingedrukt houdt.
• De audiosignalen worden niet weergegeven wanneer op het
onderwerp is scherpgesteld.
(Enkelvoudige AF) als het onderwerp stilstaat.
(Continue AF) als het onderwerp in beweging is.
(Nachtportret).
(Portret),
(Landschap),