Gebruikershandleiding EXOPULSE Mollii Suit rev. 5.00
Gebruik in bovenstaande gevallen kan de gebruiker blootstellen aan een onnodig risico, en
geschiedt daarom geheel op eigen risico van de gebruiker. Consulteer altijd een arts.
Het EXOPULSE Mollii Suit mag NIET worden gebruikt tijdens het autorijden, bedienen van
machines of bij enige activiteit waarbij onwillekeurige spiercontracties een onaanvaardbaar
risico voor de gebruiker vormen.
Het EXOPULSE Mollii Suit mag niet worden onderhouden terwijl het in gebruik is.
Het EXOPULSE Mollii Suit mag NIET worden gewijzigd.
Gebruik de EXOPULSE Mollii Suit NIET buiten, in natte ruimten, in direct zonlicht of in
combinatie met ontvlambare materialen/vloeistoffen. Niet bewaren in een stoffige, vochtige
of sterk verlichte omgeving om schade aan het EXOPULSE Mollii Suit te voorkomen.
Gebruik het EXOPULSE Mollii Suit NIET in de buurt van MRI-apparatuur (apparatuur voor
beeldvorming met magnetische resonantie).
VOORZICHTIG – Duidt op een gevaarlijke situatie die, wanneer deze niet wordt voorkomen,
kan resulteren in licht of matig ernstig letsel.
In de volgende gevallen is voorzichtigheid geboden:
•
als er kans is op bloedingen na een acuut trauma of een fractuur;
•
na recente chirurgische ingrepen. Spiercontracties kunnen het genezingsproces
verstoren;
•
tijdens de menstruatie of een zwangerschap;
•
bij huidgebieden met een verstoorde sensatie.
Het gebruik van deze apparatuur direct naast, bovenop of onder, of anderszins verbonden
met andere apparatuur moet worden vermeden omdat het kan leiden tot een onjuiste
werking. Als een dergelijk gebruik noodzakelijk is, moet voor zowel dit als het andere
apparaat worden gecontroleerd of ze normaal werken.
Het gebruik van andere toebehoren, transducers en kabels dan die die zijn geleverd of
aanbevolen door de fabrikant van het EXOPULSE Mollii Suit kan resulteren in hogere
elektromagnetische emissie of een verlaagde elektromagnetische bestendigheid van deze
apparatuur en daardoor in een incorrecte werking.
Draagbare radiofrequente communicatie-apparatuur (waaronder mobiele telefoons,
computers en randapparatuur als antennekabels en externe antennes) mogen niet dichter
dan 30 cm (12 inch) bij enig onderdeel van de apparatuur komen, inclusief de door de
fabrikant gespecificeerde kabels. Therapeutische apparatuur die microgolven of korte golven
produceert mag niet dichter dan 1 m (39 inch) bij enig onderdeel van de apparatuur worden
gebruikt. Dit kan anders leiden tot verminderde prestaties van de apparatuur.
3