Stoppen:
Haal uw voet van het aandrijfpedaal (1).
Rijsnelheid verlagen:
Laat het aandrijfpedaal (1) iets
opkomen.
Rijsnelheid verhogen:
Duw het aandrijfpedaal (1) in.
8.11 Rempedaal
Met behulp van het rempedaal kan het
apparaat tijdens het rijden worden
afgeremd of in stilstand worden
geblokkeerd.
Aanwijzing!
Als het rempedaal wordt ingetrapt,
worden beide achterwielen
afgeremd.
De rem werkt alleen op de beide
achterwielen.
0478 192 9910 A - NL
Trap het rempedaal (1) in.
Hoe krachtiger het rempedaal (1) wordt
ingetrapt, des te meer worden de
achterwielen afgeremd.
Waarschuwing!
Gebruik het apparaat nooit als de
rem defect is.
Laat een defecte rem altijd door
een vakhandelaar repareren of
afstellen.
STIHL beveelt hiervoor de
STIHL vakhandelaar aan.
Probeer nooit zelf de rem te
onderhouden.
8.12 Handrem
Door de aangetrokken handrem
worden de achterwielen van de
machine geblokkeerd. Daardoor
wordt voorkomen dat de zitmaaier zichzelf
in beweging kan zetten (b.v. op hellingen
enz.).
Aanwijzing
Controleer vóór het aantrekken van
de handrem elke keer de werking
van de rem.
Handrem aantrekken:
Duw het rempedaal (1) met uw voet tot
aan de aanslag naar beneden in en houd
vast.
Trek de handremhendel (2) naar boven.
● Laat het rempedaal weer los. De
handrem is geactiveerd wanneer het
rempedaal ingetrapt blijft.
● Laat de handremhendel los. Deze klapt
naar onderen. De achterwielen zijn
geblokkeerd.
Handrem loszetten:
131