G) Alle voedingskranen van de opwikkelaars dichtdraaien (pos. 4).
H) Het generator-aggregaat uit zetten zoals hieronder wordt beschreven.
STILLEGGEN VAN HET GENERATOR-AGGREGAAT
1) Om het generator-aggregaat stil te leggen, moet u de sleutel draaien in tegengestelde richting naar OFF
(pos. 16).
2) De hendel van de benzinekraan in tegenwijzerzin draaien (pos. 15) om ze te sluiten.
Voor al de specifieke procedures en het onderhoud van het generator-aggregaat dient u de handleiding van het
generator-aggregaat te raadplegen.
NOODSTOP
In geval van urgentie om de waterstraal onder druk en/of de temperatuur stop te zetten, moet u de bediening van de
lansen los laten.
De sleutel van het generator-aggregaat in tegenwijzerzin draaien naar de positie OFF (pos. 16).
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET GEBRUIK
A) Kijk na of de watervoorziening altijd voldoende is. Een ontoereikende voeding veroorzaakt een daling
van de druk die met een geklap van de kleppen gepaard gaat en het veroorzaakt een vroegtijdige slijtage van
de kleppen en van het dichtheidssysteem van de pomp.
B) De machine nooit stilleggen met het water op een temperatuur die hoger is dan 40°C.
Teneinde deze mogelijkheid te vermijden, zal een automatisch systeem (elektrische watervlotter) de machine
stilleggen voordat de kuip leeg is (controlelampje waterreserve is opgelicht). Dit systeem legt de machine stil
wanneer er in de waterkuip slechts ongeveer 10% van de vloeistof overblijft.
De bediener zal op deze wijze de tijd hebben om de machine opnieuw op te starten (schakelaar
onderbrekingscyclus) om het watercircuit te laten afkoelen (duur ongeveer 7 min). Wanneer deze cyclus
beëindigd is, zal de machine volledig stoppen. U zal opnieuw de waterkuip moeten vullen om opnieuw met
het werk te kunnen beginnen. (Een nieuwe startprocedure uitvoeren.).
C) Kijk na of de monstukken aan het einde van de lans altijd schoon zijn en in goede staat. Een vuil of
beschadigde monstuk veroorzaakt een slechte werking en een vroegtijdige slijtage van de regulator van de druk
en van de debietschakelaar.
Om te vermijden dat de brander in werking blijft wanneer het stookoliereservoir leeg is (het droog laten draaien
van de stookoliepomp veroorzaakt een vroegtijdige slijtage van de pomp) zet een systeem van elektrische vlotter
in het stookoliereservoir automatisch de brander uit wanneer het reservoir van de stookolie leeg is
(controlelampje reservoir stookolie licht op).
D) Kijk na of het stookolieoliereservoir altijd schoon is en vermijd dat water of vuil er worden bijgevoegd
tijdens het vullen. Het reservoir leeg maken en schoonmaken in geval van twijfel.
ONDERHOUD
Periodiek controleren en schoonmaken:
- Antikalkkit:
Aan de buitenkant van de kuip op het niveau van de vlotter van 1"' bevindt er zich een antikalkfilter met minerale
zouten die moeten worden vervangen wanneer deze zijn gewijzigd (verandering van kleur).
- De watertoevoerfilter. De hogere en lagere doorlaat openen om er toegang toe te hebben (Pos. F)
Voor het schoonmaken ervan gaat u als volgt te werk:
16