• Niet roken terwijl u aan de batterij werkt. De batterij van de groep brengt ontvlambaar waterstofgas voort dat kan
ontploffen wanneer het wordt blootgesteld aan een elektrische boog of aan een naakte vlam. Hou de ruimte goed
verlucht en verwijder de naakte vlammen, of vonken wanneer u aan de batterij werkt.
• De batterij bevat zwavelzuur (elektrolyt) dat de huid en de ogen verbrandt. Draag steeds handschoenen en een
oogscherm. Als er elektrolyt op de huid terecht komt, spoelen met zuiver water. Als er elektrolyt in de ogen dringt,
spoelen met zuiver water gedurende minstens 15 minuten en dadelijk een arts raadplegen.
• Elektrolyt is een gif. Als u er inslikt, dient u grote hoeveelheden water of melk en vervolgens melk van magnesium
of plantaardige olie te drinken en onmiddellijk een arts te raadplegen.
De motor wordt uiterst warm gedurende een bepaalde periode na de werkzaamheden. Verwijder brandbare materi-
alen van de plaats waar de generator zich bevindt.
Let er bijzonder op geen enkel stuk van de warme motor, in het bijzonder de plaats van de knaldemper van de uit-
laat aan te raken, want dit kan ernstige brandwonden veroorzaken.
Voor alle andere informatie omtrent het gebruik en de veiligheid dient u de handleiding van het gener-
ator-aggregaat te raadplegen.
VOORZIENINGEN VOOR CONTROLE, BESCHERMING EN VEILIGHEID
A) DEBIETSCHAKELAAR
Steek de brander aan en doof hem naar gelang van wat de lans vraagt, om oververhitting te vermijden en om een
meer constante temperatuur te hebben.
B) FILTER VAN DE WATERTOEVOER
Beschermt het systeem tegen de onzuiverheden in het water zoals zand en roest.
C) STOOKOLIEFILTER
op de aanzuigbuis
Beschermt de stookoliepomp tegen vuil dat afkomstig is uit de brandstoftank.
Binnen in de pomp
Beschermt de stookolie tegen de uiterst kleine deeltjes die doorheen de eerste filter zouden kunnen gedrongen zijn.
D) STOOKOLIEVLOTTER
Elektrische vlotter in de stookolietank. Zet de brander uit vooraleer het reservoir leeg is.
Dat verhindert dat de stookoliepomp zou worden beschadigd.
E) WATERVLOTTER
Elektrische vlotter binnen de watertank. Zet de machine uit wanneer er in de watertank slechts ongeveer 10% van
de vloeistof overblijft.
De bediener zal op deze wijze de tijd hebben om de machine opnieuw op te starten (schakelaar
onderbrekingscyclus) om het watercircuit (duur ongeveer 7 min.) af te laten koelen. Van zodra deze cyclus is
beëindigd, zal de machine volledig zal stoppen. Het waterreservoir zal opnieuw moeten worden gevuld om opnieuw
aan het werk te kunnen gaan. (Een nieuwe startprocedure uitvoeren).
F) THERMOSTAAT / THERMOMETER
De thermostaat zorgt voor de regeling van de temperatuur tussen 30°C en 140°C max.
Het is niet mogelijk om deze temperaturen te overschrijden.
G) VEILIGHEIDSKLEP
Aan de onderste uitgang van de verwarmingsketel. Beschermt het systeem tegen overdruk die door een slechte
werking van de drukregulator wordt veroorzaakt. Beschermt het systeem tegen oververhitting die door een slechte
werking van de thermostaat wordt veroorzaakt. In alle gevallen is de max. temp 140°C.
H) ZEKERING VAN DE BEDIENINGEN
Binnen het elektrisch paneel. Beschermt de elektrische bedieningen tegen kortsluitingen.
I) CONTROLELAMPJE VOOR DE OLIE
Op het paneel van het generator-aggregaat. Zet de motor uit als zijn olieniveau te laag is.
Bij de vervanging van de onderdelen, steeds de originele reserveonderdelen van de fabrikant van de een-
heid gebruiken.
12