Struiken maaien met zaagblad
•
Smalle stammen en struikgewas moeten
neergezaagd worden. Werk met zijdelingse
zaagbewegingen.
•
Probeer om met één beweging meerdere stammen
door te zagen.
•
Maai bij een bosje opslag altijd eerst rond de opslag.
Begin met het afzagen van hoge stobbes aan de
buitenrand van het bosje om te voorkomen dat u zich
vast zaagt. Kort de stobbes vervolgens af tot de
gewenste hoogte. Probeer vervolgens om met het
blad in het midden te komen en vanuit het centrum
van het bosje te zagen. Indien het toch moeilijk mocht
zijn om erbij te kunnen, moet u hogere stobbes zagen
en de stammen laten vallen. Op die manier neemt het
risico dat u zich vast zaagt af.
Gras maaien met grasmaaiblad
•
Grasmaaibladen en grasmessen mogen niet gebruikt
worden bij houtachtige stammen.
•
Voor alle soorten hoog of sterk gras wordt een
grasmaaiblad gebruikt.
•
Het gras wordt neergehaald met pendelende
bewegingen naar de zijkanten, waarbij de beweging
van rechts naar links het maaimoment is en de
beweging van links naar rechts de retourbeweging.
ARBEIDSTECHNIEK
•
•
•
•
•
Gras trimmen met trimmerkop
Trimmen
•
•
•
Laat de linkerkant van het blad werken (tussen 8 en
12 uur).
Indien het blad tijdens het gras maaien een ietsje
schuin naar links wordt gehouden, wordt het gras in
een streng gelegd, hetgeen het verzamelen
makkelijker maakt bijv. bij harken.
Probeer om ritmisch te werken. Sta stevig met uw
voeten uit elkaar. Beweeg na de retourbeweging naar
voren en sta vervolgens weer stevig stil.
Laat de steunkop licht op de grond rusten. Deze is
speciaal bedoeld om te voorkomen dat het blad in de
grond snijdt.
Verklein het risico dat het materiaal rond het blad
wordt gewonden door de volgende regels op te
volgen:
1 Werk altijd met vol gas.
2 Vermijd tijdens de retourbeweging het pasgemaaide
materiaal.
Schakel de motor uit, maak het draagstel los en zet de
machine op de grond voordat u het gemaaide
materiaal verzamelt.
Hou de trimmerkop vlak boven de grond en hoe hem
schuin. Het werk wordt gedaan door het uiteinde van
de draad. Laat de draad in zijn eigen tempo werken.
Duw de draad nooit in het materiaal dat u wilt maaien.
De draad verwijdert zonder problemen gras en
onkruid naast muren, omheiningen, bomen en
bloemperken, maar kan ook het tere schors van
bomen en struiken en de paaltjes van omheiningen
beschadigen.
Verminder het risico van beschadiging van gewassen
door de draad in te korten tot 10-12 cm en het
moetertoerental te verminderen.
–
Dutch
87