Druk na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer meteen op <F2>.
1.
Selecteer in het scherm System BIOS (Systeem BIOS), of System Setup (Systeeminstallatie) System
Security (Systeembeveiliging) en druk op <Enter>.
Het scherm System Security (Systeembeveiliging) wordt geopend.
2.
Controleer in het scherm System Security (Systeembeveiliging), of de Password Status ontgrendeld
is.
3.
Selecteer System Password (Systeemwachtwoord), wijzig of verwijder het huidige
systeemwachtwoord en druk op <Enter> of <Tab>.
4.
Selecteer Setup Password (Installatiewachtwoord), wijzig of verwijder het huidige
installatiewachtwoord en druk op <Enter> of <Tab>.
OPMERKING: Vul bij het wijzigen van het systeem- en/of installatiewachtwoord het nieuwe
wachtwoord in wanneer de melding daarvoor verschijnt. Als een van beide of beide
wachtwoorden wordt verwijderd, dient de melding daarover ook te worden bevestigd.
5.
Druk op <Esc> waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
6.
Druk op <Y> om de wijzigingen op te slaan en de systeeminstallatie te verlaten.
Hierna wordt de computer opnieuw opgestart.
54