4 | Instructies om energie te besparen
4
Instructies om energie te besparen
Zuinig verwarmen
Het toestel is voor een laag energieverbruik en een lage milieubelasting
bij tegelijkertijd grote behaaglijkheid geconstrueerd. Overeenkomstig de
warmtevraag van de woning wordt de brandstoftoevoer naar de brander
geregeld. Wanneer de warmtevraag minder wordt, werkt het toestel ver-
der met een lagere vlam. De vakman noemt dit een modulerende rege-
ling. Door de modulerende regeling worden de temperatuurvariaties
gering en de warmteverdeling in de ruimten gelijkmatig. Het is dus moge-
lijk dat het toestel langere tijd in gebruik is, maar toch minder brandstof
verbruikt dan een toestel dat constant in- en uitschakelt.
Cv-regeling
Voor een optimaal vermogen van de cv-installatie, adviseren wij een ver-
warmingsregeling met kamerthermostaat of weersafhankelijke thermos-
taat en thermostaatkranen.
Radiatorkranen
Om de gewenste kamertemperatuur te bereiken, opent u de thermos-
taatkranen volledig. Wanneer na langere tijd de temperatuur niet wordt
bereikt, verhoogt u op de regelaar de gewenste kamertemperatuur.
Vloerverwarming
Stel de aanvoertemperatuur niet hoger in, dan de door de fabrikant aan-
bevolen maximale aanvoertemperatuur. Wij adviseren, een weersafhan-
kelijke thermostaat te gebruiken.
Ventileren
Draai tijdens het ventileren de thermostaatkranen dicht en open de ra-
men helemaal gedurende korte tijd. Laat de ramen niet op een kier staan.
Anders wordt constant warmte aan de ruimte onttrokken, zonder dat de
kamerlucht noemenswaardig wordt ververst.
Warm water
Kies de warmwatertemperatuur altijd zo laag mogelijk. Een lage instelling
op de temperatuurregelaar betekent grote energiebesparing.
Bovendien veroorzaken hoge warmwatertemperaturen extra verkalking
en beïnvloeden zo de werking van het toestel (bijvoorbeeld langere op-
warmtijden of minder opbrengst).
6
5
Storingen
5.1
Gaskraan openen/sluiten
▶ Knop naar links verdraaien tot de aanslag
(knop in doorstroomrichting = open).
▶ Knop indrukken en naar rechts tot aan de aanslag draaien
(knop dwars op doorstroomrichting = gesloten).
1.
Afb. 3
Open de gaskraan
5.2
Storingen verhelpen
Het symbool H geeft aan, dat er een storing is opgetreden. De oorzaak
van de storing wordt in de vorm van een code weergegeven (bijvoorbeeld
storingscode 214).
Afb. 4
Voorbeeld van een storingscode
Bepaalde storingen hebben een uitschakeling van de cv-installatie tot ge-
volg, waarbij de cv-installatie pas na een reset weer start:
▶ Schakel het toestel uit en weer in.
-of-
▶ Druk toets pijl en tegelijkertijd net zolang in, tot de symbolen H
en ! niet meer worden getoond.
Het toestel gaat weer in gebruik. De aanvoertemperatuur wordt ge-
toond.
Wanneer een storing niet kan worden opgelost:
▶ Schakel een gespecialiseerd bedrijf of de servicedienst in.
▶ Geef de getoonde storingscode en de toestelgegevens door.
Toestelgegevens
1)
Toestelidentificatie
1)
Serienummer
Datum van de inbedrijf-
name:
Fabrikant installatie
1) De specificaties vindt u op de typeplaat in het bedieningspaneelscherm.
Tabel 3 Toestelgegevens om door te geven in geval van storing
2.
0010050621-001
0010016301-001
1200 HRC • 6721836330 (2023/04)