Tip!
Een kamerthermostaat kan aan meerdere verwarmingszones toegevoegd
worden. De toevoeging van meerdere kamerthermostaten aan één zone is
niet mogelijk.
4.5
VERBINDINGSTEST UITVOEREN
Met de verbindingstest kan de communicatie tussen het basisstation en de
kamerthermostaat getest worden. De verbindingstest dient vanaf de geplande
montageplaats van de kamerthermostaat uitgevoerd te worden.
9 Het basisstation mag zich niet in de pairingmodus bevinden.
¾ De verbindingstest aan de kamerthermostaat starten (zie handleiding
kamerthermostaat).
9 De aan de kamerthermostaat toegevoegde verwarmingszone wordt gedurende 1 minuut
aangestuurd en hierdoor telkens volgens bedrijfstoestand in- of uitgeschakeld.
¾ Vindt er geen aansturing plaats? Dan is het signaal onderbroken. Controleer:
9 of de kamerthermostaat met het basisstation gepaird is.
9 of alle aansluitingen contact hebben.
9 of de Busleiding onderbroken is.
4.6
SYSTEEMCONFIGURATIE
De configuratie van het basisstation gebeurt naar keuze via microSD of de serviceniveaus van
de kamerthermostaat BUS Display.
4.6.1 SYSTEEMCONFIGURATIE MET MICROSD KAART
Instellingen beschikbaar gesteld door Inventum kunnen per microSD-kaart in het basisstation
overgedragen worden.
¾ De microSD-kaart met de geactualiseerde gegevens in het basisstation steken.
¾ De overdrachthandeling start automatisch en kopieert de nieuwe gegevens in het
basisstation.
¾ Gedurende de overdrachthandeling knippert de LED „syBUS".
¾ Bij succesvolle gegevensoverdracht gaat de LED „syBUS" uit.
4.6.2 CONFIGURATIE VIA KAMERTHERMOSTAAT MET DISPLAY
Het serviceniveau van de kamerthermostaat met display is door een PIN-code beveiligd en
mag uitsluitend door geautoriseerde vaklui gebruikt worden
Let op!
2
Foute configuraties leiden tot fouten en schade aan de installatie.
13