Aanwijzing: Het basisstation, waaraan de componenten aangesloten zijn, dient als Master
geconfigureerd te worden. Verdere basisstations kunnen enkel met de Master gepaird
worden.
De pairing van de basisstations wordt als volgt uitgevoerd:
¾ syBUS-toets van het basisstation, dat als Master geconfigureerd dient te worden
gedurende 3 sec. indrukken, om de pairing-modus te starten.
9 De LED „Master" knippert.
9 De pairingmodus is gedurende 3 minuten klaar om het verbindingssignaal van een ander
basisstation te ontvangen.
¾ De syBUS-toets aan het basisstation dat als Slave geconfigureerd dient te worden,
gedurende 1 sec indrukken, om deze met de Master te pairen.
9 Pairing-modus wordt zelfstandig verlaten zodra de handeling afgesloten is.
9 De LED „Master" licht continue op aan het Master-basisstation.
9 De LED „Master" knippert, wanneer basisstation als slave geconfigureerd werd.
¾ Voor de pairen van een verder basisstation handeling herhalen.
Het scheiden van gepairde basisstations is als volgt mogelijk:
¾ syBUS-knop van het basisstation, waarbij de pairing opgeheven dient te worden,
gedurende 3 sec. indrukken, om de pairing-modus te starten.
9 De LED „Master" knippert.
¾ syBUS-knop opnieuw indrukken en gedurende ca. 10 seconden ingedrukt houden.
9 Het basisstation start opnieuw en de LED „Master" gaat uit.
4.4
KAMERTHERMOSTAAT AAN EEN VERWARMINGSZONE TOEVOEGEN
(PAIRING)
¾ rmBUS-toets van het basisstation gedurende 3 sec. indrukken, om de pairing-modus te
starten.
9 De LED „Verwarmingszone 1" knippert.
¾ Door opnieuw kort indrukken, selecteer je de gewenste verwarmingszone.
9 De geselecteerde verwarmingszone is gedurende 3 minuten klaar om het pairingsignaal
van een kamerthermostaat te ontvangen.
¾ Pairing-functie aan de kamerthermostaat activeren (draaiknop van de kamerthermostaat
langer dan 1 seconde indrukken).
9 Pairing-modus wordt verlaten, zodra een succesvolle toevoeging gebeurt.
9 De LED van de geselecteerde verwarmingszone licht gedurende 1 minuut op.
2
Let op!
Koppel "verwarmingszone 1 van de Master" aan de woonkamer.
¾ Voor de toevoeging van meerdere kamerthermostaten herhaal je de handelingen.
12