3.4.2
Doelprogramma's
Bij de doelprogramma's kunt u kiezen tussen T (tijd), D (afstand) en C (calorieën).
1.
Druk op de PROGRAM-toets om naar het gewenste doelprogramma te gaan.
Stel de gewenste waarde in met de ▲▼-toetsen van het bovenste klavier.
2.
3.
Om het programma te starten, drukt u op de START-toets.
De loopband start met een snelheid van 0,8 km/u.
De vastgelegde waarden tellen af, alle andere waarden tellen omhoog.
OPMERKING
L
U kunt de hellingsgraad en de snelheid instellen.
Zodra de doelwaarde wordt bereikt, stopt de loopband langzaam.
4.
Druk op de STOP-toets om het programma te pauzeren.
5.
Druk op de START-toets om door te gaan met het programma.
6.
Druk in het gepauzeerde programma opnieuw op de STOP-toets om het programma te
beëindigen.
3.4.3
Vooringestelde programma's
U kunt kiezen uit 12 vooringestelde programma's (P01–P12).
1.
Druk op de PROGRAM-toets om naar het gewenste programma te gaan.
De trainingsduur wordt weergegeven.
Stel de gewenste trainingsduur in met de ▲▼-toetsen van het bovenste klavier.
2.
3.
Om het programma te starten, drukt u op de START-toets.
OPMERKING
L
U kunt de hellingsgraad en de snelheid instellen.
Wanneer de trainingsduur verstreken is, verschijnt een countdown op het display en stopt de loopband
langzaam.
4.
Druk op de STOP-toets om het programma te pauzeren.
5.
Druk op de START-toets om door te gaan met het programma.
6.
Druk in het gepauzeerde programma opnieuw op de STOP-toets om het programma te
beëindigen.
21