Nummer
Functie
5
Op een nieuwe regel beginnen.
De invoertaal wijzigen; de
6
toetsenbordinstellingen openen (ingedrukt
houden).
Als u de tekstinvoermethode wilt wijzigen, tikt u op
u uw vinger erop. Vervolgens selecteert u Toetsenbordtype
een tekstinvoermethode.
Optie
Functie
Toetsenbord
Selecteer tekens op het toetsenblok.
Qwerty-
Selecteer tekens op het QWERTY-
toetsenbord
toetsenbord.
Schrijven voll.
Schrijf op een willekeurige plek op het
sch.
scherm.
Schrijfvak
Schrijf in het invoerveld.
Tekst ingeven met invoermethoden
1
Wijzig de tekstinvoermethode.
2
Wijzig de tekstinvoerstand.
3
Geef tekst in door de gewenste virtuele toetsen te selecteren
of op het scherm te schrijven.
Bij het ingeven van tekst kunt u het toestel linksom
draaien om op het bredere scherm het QWERTY-
en houdt
toetsenbord weer te geven. Selecteer de gewenste
→
virtuele toetsen om uw tekst in te voeren. Houd
aangeraakt en selecteer Voorspellende tekst om
alternatieve woorden weer te geven.
Wanneer u tekst invoert met het toetsenblok, kunt u de
volgende standen gebruiken:
Stand
ABC
Functie
Selecteer een toepasselijke virtuele toets totdat
het gewenste teken wordt weergegeven.
29
Aan de slag