S : SLUITER AE
S
: SLUITER AE
Kies de sluitertijd met de instelschijf, terwijl de camera
het diafragma aanpast voor een optimale belichting.
3
• Indien het met de gekozen sluitertijd niet mogelijk is om
tot een goede belichting te komen, dan wordt het dia-
fragma in het rood weergegeven. Pas de sluitertijd aan
totdat een goede belichting mogelijk is. Als het onder-
werp zich buiten het bereik van de belichtingsmeter van
de camera bevindt, wordt de diafragma-opening weer-
gegeven als "F---". Druk de ontspanknop half in om de
belichting opnieuw te meten.
• De sluitertijd is beperkt en hangt af van de ISO-instel-
ling.
32
S
Sluitertijd
1200
A A : DIAFRAGMA AE
: DIAFRAGMA AE
Kies het diafragma met de instelschijf, terwijl de ca-
mera de sluitertijd aanpast voor een optimale be-
lichting.
3
Indien het met het gekozen diafragma niet mogelijk is om
tot een goede belichting te komen, dan wordt de sluiter-
tijd in het rood weergegeven. Pas het diafragma aan tot-
dat een goede belichting mogelijk is. Als het onderwerp
zich buiten het bereik van de belichtingsmeter van de
camera bevindt, wordt de sluitertijdopening weergege-
ven als "---". Druk de ontspanknop half in om de belichting
opnieuw te meten.
Opnamestanden
A
Diafragma
F10