Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal
Neem in geval van twijfel contact op met uw papierleverancier.
Kringlooppapier en ander kantoorpapier gebruiken
Lexmark is een milieubewust bedrijf en stimuleert het gebruik van zakelijk kringlooppapier dat speciaal is
geproduceerd voor gebruik in (elektrofotografische) laserprinters. In 1998 heeft Lexmark een onderzoek
gepresenteerd aan de Amerikaanse overheid waarin werd aangetoond dat kringlooppapier dat door grote
papierfabrieken in Amerika is geproduceerd, net zo goed kan worden ingevoerd door de printer als gewoon
papier. Er kan echter geen absolute garantie worden gegeven dat alle soorten kringlooppapier correct worden
ingevoerd.
Lexmark test haar printers voortdurend met kringlooppapier (gemaakt van 20 tot 100% hergebruikt materiaal)
en verschillende soorten testpapier van over de hele wereld. Daarvoor gebruikt Lexmark klimaatkamers
(testruimtes) om te testen bij verschillende temperaturen en vochtigheidsgraden. Lexmark heeft geen enkele
reden gevonden om het gebruik van modern zakelijk kringlooppapier af te raden, maar normaal gesproken
zijn de volgende richtlijnen van toepassing op kringlooppapier.
•
Een laag vochtgehalte (4–5%)
•
Geschikte gladheid (100-200 Sheffield-punten of 140-350 Bendtsen-punten in Europa)
Opmerking: Bepaalde papiersoorten die veel gladder (bijvoorbeeld premiumlaserpapier, 24 lb, 50-90
Sheffield-punten) of veel ruwer (bijvoorbeeld premiumkatoenpapier van 200-300 Sheffield-punten) zijn,
zijn ontworpen voor gebruik met laserprinters, ondanks de structuur van het oppervlak. Raadpleeg uw
papierleverancier voordat u deze papiersoorten gebruikt.
•
Een geschikte wrijvingscoëfficiënt tussen de vellen (0,4-0,6)
•
Voldoende buigweerstand in de invoerrichting
Kringlooppapier, licht papier (<60 g/m
voor printers met staande invoer (korte zijde), hebben mogelijk een lagere buigweerstand dan nodig voor
betrouwbare papierinvoer. Raadpleeg uw papierleverancier voordat u deze papiersoorten gebruikt in uw
(elektrofotografische) laserprinter. Houd er rekening mee dat dit slechts algemene richtlijnen zijn en dat papier
dat aan deze richtlijnen voldoet nog steeds invoerproblemen kan veroorzaken voor een laserprinter,
bijvoorbeeld omdat het papier extreem omkrult bij normale afdrukomstandigheden.
Papier bewaren
Houd de volgende richtlijnen voor het bewaren van papier aan om een regelmatige afdrukkwaliteit te
garanderen en te voorkomen dat er papierstoringen ontstaan.
•
U kunt het papier het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van 21 °C en een relatieve
vochtigheid van 40 procent. De meeste fabrikanten van etiketten bevelen een omgeving aan met een
temperatuur tussen 18 en 24 °C en een relatieve vochtigheid van 40 tot 60 procent.
•
Zet dozen papier liever niet op de vloer, maar op een pallet of een plank.
•
Zet losse pakken op een vlakke ondergrond.
•
Plaats niets boven op de losse pakken met papier.
•
Haal papier alleen uit de doos of verpakking als u het in de printer wilt plaatsen. De doos en de verpakking
zorgen ervoor dat het papier schoon, droog en vlak blijft.
2
) en/of dun papier (<0,1 mm]) en papier dat in de breedte is gesneden
58