Inhoudsopgave
Advertenties
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Voor het wassen met deze wasauto-
maat kan drinkwater in combinatie met
een alternatieve watersoort worden ge-
bruikt.
Het is ook mogelijk om alléén drinkwa-
ter te gebruiken.
De wasautomaat moet in ieder geval
op de leiding van het koude drink-
water worden aangesloten en wel
met de blauw gemerkte toevoer-
slang.
Drinkwateraansluiting
De automaat wordt met de blauw ge-
merkte toevoerslang op het drinkwater
aangesloten.
Wordt de automaat alleen op de drink-
waterleiding aangesloten, moet de op-
tie Koud water worden geprogram-
meerd. Zie hoofdstuk: "Programmeer-
functies", paragraaf: "Watertoevoer".
De tweede toevoerslang is rood ge-
merkt en kan dan aan de achterkant
van de wasautomaat worden beves-
tigd.
Aansluiting op het alternatieve
watersoort
(Warm water, zacht water, regenwater,
bronwater of oppervlaktewater)
De automaat wordt met de rood ge-
merkte toevoerslang op het alternatieve
watersoort aangesloten.
54
Tips voor de warmwateraansluiting
– De temperatuur van het warme water
aan de kraan mag niet hoger liggen
dan 60°C. Ideaal is een temperatuur
van 55°C.
Is de temperatuur hoger dan 60°C,
neem dan contact op met het water-
installatiebedrijf.
– Controleer vóór het aansluiten of er
niet meer dan 5 l koud water uit de
leiding stroomt.
Iedere liter méér betekent minder
energiebesparing.
– Wordt de programma-afhankelijke
temperatuur bij de optie Warm water
HW + SP niet bereikt, dan schakelt
het apparaat automatisch over op
koud water.
In een normaal programma, d.w.z.
met gewone belading, wordt twee
keer met een hogere waterstand ge-
spoeld om toch een goed spoelresul-
taat te bereiken.
– Wanneer de warmwateraansluiting is
gesloten, schakelt de wasautomaat
na een tijdje over op drinkwater.
Dit is een veiligheidsmaatregel die
niet geschikt is voor permanent ge-
bruik en een slecht wasresultaat ten
gevolg kan hebben.
Advertenties
Inhoudsopgave
