- Module 3: Positie aanwijzing (driehoekje) aan de
rechter onderzijde van de display.
- Module 4: Positie aanwijzing (driehoekje) aan de
rechter bovenzijde van de display.
Indien dit niet correct volgens bovenstaande wordt
aangegeven schakel de voeding uit en controleer de
aansluitingen volgens fig. 4.17.
Settings
Alle aansluitingen moeten worden gerealiseerd aan
module nummer 1.
Mogelijke fouten
Indien er een aansluiting fout of los is om welke reden
dan ook dan geeft de display van module 1 de fout F70.
Indien er een aansluiting fout of los is om welke reden
dan ook dan geeft de display van de volgende module de
fout F71.
4.5
Rookgasafvoer en luchttoevoer
aansluitingen
Waarschuwing
De ketels kunnen ook aangesloten wordenals type B23
met aanzuiging van de verbrandingslucht uit de
installatieruimte. (werking met rookgasafvoerleiding
onder druk) en moet worden aangesloten op één van
de hieronder beschreven afvoersystemen. Alvorens tot
installatie over te gaan, de de voorschriften van de
plaatselijke normen en verordeningen controleren en
strikt in acht nemen.
Bovendien de regels met betrekking tot plaatsing van
de eindstukken aan de wand en/of het dak en de
minimum afstanden tot ramen, wanden, ventilatie
openingen, enzovoorts in acht nemen.
De afmetingen,het ontwerp en de fabricage van de
verzamelleiding, de leidingen en het rookgaskanaal
moeten conform zijn aan de geldende voorschriften. Het
materiaal moet geschikt zijn voor het bestemde doel
d.w.z. warmte en corrosie bestendig en van binnen glad
en lekdicht.
Tevens is van belang dat de verbindingsstukken geen
condens doorlaten.
Zorg bovendien voor geschikte condensafvoer punten
die op de sifon zijn aangesloten om te voorkomen dat
de condens die in de afvoerleidingen wordt geprodu-
ceerd in de ketel loopt.
De unit is uitgevoerd met één (EnergyTop B80-
125) of twee modules (EnergyTop 160 -250)
met twee onafhankelijke rookgasafvoer aan-
sluitingen van Ø 80 voor de twee groepen
brander-wisselaar die zich in de kast bevindt.
De verbranding circuits van de twee ketels zijn
volledig onafhankelijk. Indien de twee rookgas-
afvoeren op één enkele rookgasafvoer
verzamelleiding wordt aangesloten(zowel in het
geval van enkele module als bij een aansluiting
in cascade) is het verplicht om op iedere rook-
gas uitlaat een terugslagklep te installeren die
het terugstromen van de rookgassen tegen
gaat, dit om storingen in de werking of het
ontstaan van gevaarlijke situatie te voorkomen.
Aanbevolen wordt gebruik te maken van de
optionele sets Ferroli kits. Deze zijn voorzien
van speciale terugslagkleppen.
18
EnergyTop B80 / EnergyTop B125 / EnergyTop B160 / EnergyTop B250
Alvorens de aansluiting van de rookgasafvoer-
leidingen tot stand te brengen, de condens-
sifon met 0,5 liter water vullen om rookgas
uitstroom te voorkomen.
Aansluiten met individuele luchtaanvoer en
rookgasafvoer.
Aansluiten met individuele luchtaanvoer en
rookgasafvoer
De individuele buizen van Ø 80 kunnen rechtstreeks op
de ketel worden gemonteerd. Plaats op de leidingen
van Ø 80, die uit de ketel komen en laat deze goed
aansluiten op de bovenwand van de kast. Voor het
installeren kan aan de hand van de eenvoudige bereke-
ning worden overgegaan of de maximale lengte niet
wordt overschreden.
1. Het aansluitschema vastleggen van de individuele
pijpen met daarbij de te gebruiken rookgasuitlaat
stuk en luchttoevoer aansluiting.
2. Bepaal aan de hand van tabel 5 (blz. 19) het druk
verlies in m eq (meter equivalent) voor ieder toe te
passen onderdeel van het systeem.
3. Controleer of de totale som van de weerstanden de
maximaal toelaatbare weerstand (zie tabel 4, blz 19)
niet overstijgt.
Figuur 4.18 Aansluitvoorbeeld met gescheiden buizen
In het toestel zit standaard geen meetpunt om
CO2 te meten. Derhalve dient altijd de los
verkrijgbare verlengpijp 80mm met meetpunt te
worden geplaatst. Dit is nodig omdat er bij het
in bedrijf stellen en onderhoud de CO2-waarde
in de rookgassen moet kunnen worden
gemeten. Het artikelnummer is 1830015.