Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
De belichting handmatig aanpassen (EV)
p v
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's
te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen
om een beter resultaat te krijgen.
Donkerder (-)
Neutraal (0)
1
Druk in de opnamemodus op [m].
2
Selecteer a of v
Helderder (+)
EV.
3
Selecteer een waarde om de belichting aan te passen.
•
De foto wordt lichter naarmate de belichting wordt verhoogd.
•
Als u de waarde voor de belichting aanpast, wordt het
pictogram als volgt weergegeven.
4
Druk op [o] om uw instellingen op te slaan.
•
Nadat u de belichting hebt aangepast, wordt deze instelling
automatisch opgeslagen. Mogelijk moet dit later weer worden
aangepast om onder- of overbelichting te voorkomen.
•
Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u AEB (Auto
Exposure Bracket). De camera neemt 3 foto's achter elkaar, elk met
een andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. (pag. 68)
63
Opnameopties