44 - De camera en camcorder gebruiken
Sports (Sport)
Sunset (Zonsondergang)
Effect (Effect): Voeg leuke en interessante effecten toe.
None (Geen)
Negative (Negatief)
White board (Whiteboard)
Aqua (Water)
White balance (Witbalans): Wijzig de kleurbalans om deze af te
stemmen op de belichting.
Auto (Automatisch)
Cloudy (Bewolkt)
Incandescent (Gloeilamp)
Timer (Timer): Stel de automatische timer in op 3, 5, 10 of 15
seconden.
Exposure (EV) (Belichting (EV)): Belichting verhogen of verlagen: -
3, -2, -1, 0, +1, +2, 3.
ISO (ISO): Selecteer de ISO-waarde.
Auto (Automatisch)
200
800
Metering
gevoeligheidsgebied voor de belichting van de camera bepaald.
Auto (Automatisch) pas het belichtingsgebied automatisch aan.
Spot metering (Spotmeting) zet de belichtingsgevoeligheid op het
punt dat u ingedrukt houdt op het scherm.
Center (Midden) concentreert de gevoeligheid op het midden van
het scherm.
Image adjustment (Beeldaanpassing): Verhoog of verlaag de
waarden van de kenmerken per foto.
Helderheid
Saturation (Verzadiging)
Hue (Tint)
modes
(Meetmodi):
Steady photo (Stabiele foto)
Theatre (Theater)
Mono
Sepia (Sepia)
Black board (Blackboard)
Daylight (Daglicht)
Fluorescent lamp (TL)
100
400
1600
Bij
een
meting
Contrast (Contrast)
Sharpness (Scherpte)
wordt
het