15. Geef de waarde op voor de maximale drukafwijking van het
systeem.
–
In het master-systeem is deze parameter irrelevant en
hoeft niet te worden ingevoerd.
–
In de slave-systemen moet deze parameter worden
ingevoerd.
–
Instelbereik 0,1 – 5,0 bar.
–
Met de knoppen de waarde voor de parameter
invoeren.
–
Bevestig uw invoer met de knop "OK".
16. Druk op de knop "Bijschakelvertraging".
–
Met de bijschakelvertraging wordt het bijschakelen
ingesteld van de optionele 2
overstroomklep.
17. Geef de waarde op voor de bijschakelvertraging van het
systeem.
–
In het master-systeem is deze parameter irrelevant en
hoeft niet te worden ingevoerd.
–
In de slave-systemen moet deze parameter worden
ingevoerd.
–
Instelbereik 0 – 240 seconden.
–
Met de knoppen de waarde voor de parameter
invoeren.
–
Bevestig uw invoer met de knop "OK".
pomp / 2
compressor / 2
e
e
e
Master/Slave bedrijfsmodus — 24.09.2015
Instellingen > Service > Master-Slave
(243) Max. drukafwijking
2.9 bar
Instellingen > Service > Master-Slave
(244) Bijschakelvertraging
(245) Max. niveau-afwijking
(246) Melding 29 PFK blokkeren?
2.9 bar
Instellingen > Service > Master-Slave
(244) Bijschakelvertraging
2.9 bar
Besturingseenheid
1,0
0 %
5s
5%
Nee
0 %
_5s
0 %
Nederlands — 17
OK
OK