Besturingseenheid
8. Wissel naar het volgende item in de lijst – "Drukafwijking".
–
In het master-systeem is deze parameter irrelevant en hoeft niet te worden
ingevoerd.
–
In de slave-systemen moet deze parameter worden ingevoerd.
–
Instelbereik 0,1 – 5,0 bar.
–
Met de wisselknoppen de waarde voor de parameter invoeren.
–
Bevestig uw invoer met de knop "OK".
9. Wissel naar het volgende item in de lijst – "Bijschakelvertraging".
Met de bijschakelvertraging wordt het bijschakelen ingesteld van de optionele 2
pomp / 2
compressor / 2
e
–
In het master-systeem is deze parameter irrelevant en hoeft niet te worden
ingevoerd.
–
In de slave-systemen moet deze parameter worden ingevoerd.
–
Instelbereik 0–240 seconden.
–
Met de wisselknoppen de waarde voor de parameter invoeren.
–
Bevestig uw invoer met de knop "OK".
10. Wissel naar het volgende item in de lijst – "Niveau-afwijking".
–
In het master-systeem is deze parameter irrelevant en hoeft niet te worden
ingevoerd.
–
In de slave-systemen moet deze parameter worden ingevoerd.
–
Instelbereik 0 – 20 %.
–
Met de wisselknoppen de waarde voor de parameter invoeren.
–
Bevestig uw invoer met de knop "OK".
11. Wissel naar het volgende item in de lijst – "Melding 29 PFK blokkeren".
–
Selecteer de gewenste functie met de wisselknoppen.
NEE:
Selecteer deze functie voor het master-systeem.
De melding "29 communicatiestoring" wordt uitgevoerd naar het
potentiaalvrije contact.
JA:
Selecteer deze functie voor slave-systemen.
De melding "29 communicatiestoring" wordt niet uitgevoerd naar het
potentiaalvrije contact.
–
Bevestig uw invoer met de knop "OK".
Opmerking!
De instellingen in de besturingen zijn voltooid nadat de parameters van het master-systeem en de slave-systemen
volledig zijn ingevoerd.
–
Zorg dat alle systemen ingesteld zijn voor de Master/Slave-bedrijfsmodus.
12 — Nederlands
overstroomklep.
e
Master/Slave bedrijfsmodus — 24.09.2015
Max. drukafw:
dPmaxSL = 1,0 bar
Bijschakelvertr.:
e
LK/MK = 5 s
Max. niveau-afw.:
dNiv = 5 %
Melding 29 PFK
Blokkeren?
NEE