Algemene songinstellingen
(COMMON)
Maak de instellingen voor elke song.
• Als u veranderingen bij Preset songinstellingen wilt
bewaren, kopieer de song dan eerst naar een User Song,
voordat u veranderingen gaat maken (SONG/
COPY;p.89). Gemaakte veranderingen in een Preset song
zijn tijdelijk, als u een andere song selecteert, keert de
song terug naar de originele instellingen. Veranderingen
in Preset songs kunnen niet bewaard worden.
• Instellingen in partijen waar de Song Lock (SONG/COM-
MON/Song Lock; p.86) functie op "ON" staat, kunnen
niet worden veranderd. Zet dit eerst op "OFF" om instel-
lingen te maken.
1. Bevestig dat [CLICK] niet brandt.
Als dit wel zo is, druk dan om [CLICK] om het uit te zet-
ten.
2. Druk op [SONG], vervolgens op [EDIT].
[SONG] en [EDIT] branden.
fig.SONG-CMN_50
3. Druk op [ENTER
4. Druk op [
] of [
meter te selecteren.
fig.05-011ai.e
Parameter to set
5. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
fig.05-012ai.e
6. Als u klaar bent met het instellen, drukt u op
[SONG] om de procedure te beëindigen.
Instellen van het tempo (Tempo)
U kunt het tempo voor elke individuele song instellen. Als u
dan een song selecteert, staat uw tempo automatisch inge-
steld. Veranderingen in een Preset song zijn tijdelijk en als u
een andere song selecteert, zullen de instellingen naar hun ori-
ginele staat terugkeren.
].
] om de te bewerken para-
Value
Hoofdstuk 5 Bewerken van songs (SONG Edit)
fig.05-013_50
Tempo: 20–260
Tijdelijk veranderen van het tempo
van een song tijdens het afspelen
U kunt tijdelijk het tempo van een song veranderen tij-
dens het afspelen. Als een andere song wordt geselec-
teerd, keert het tempo (SONG/COMMON/Tempo) terug
naar het preset tempo voor de song. Dit is handig tijdens
het oefenen of voor andere keren, dat u het tempo tijde-
lijk tijdens het afspelen wilt veranderen.
1. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [CLICK].
Het Tempo scherm verschijnt.
fig.05-014_50
2. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
Selecteren, hoe de song wordt afge-
speeld (LOOP, 1SHOT, TAP) (Play
Type)
Dit specificeert, hoe songs zullen worden afgespeeld. Als op
[PLAY
]
wordt gedrukt of als er een pad met de Pad Pat-
tern functie (p.63) wordt aangeslagen, wordt de song afge-
speeld.
• User songs die met "Quantize" (p.94) op "OFF" zijn
opgenomen, zouden niet correct met Tap Playback kun-
nen worden afgespeeld .
• Nieuwe songs kunnen niet worden ingesteld op "Tap".
Verander dit pas na eerst iets op de song opgenomen te
hebben.
fig.05-015_50
PLAY TYPE: LOOP, 1SHOT, TAP
LOOP (
):
Nadat het patroon tot het eind is afgespeeld, zal het afspelen
herhalen, beginnend bij het begin van de song. Afspelen blijft
[STOP
doorgaan, totdat op
1SHOT (ONE SHOT) (
Afspelen stopt zodra het einde van de song is bereikt.
]
wordt gedrukt.
):
85