10
www.aeg.com
• deze geen barsten, sneden, sporen
van verbranden op de twee uiteinden
en over de volledige lengte vertoont;
• het materiaal niet verhard is, maar de
correcte elasticiteit vertoont;
• de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn;
• de levensduur niet verlopen is.
Als er een of meer defecten zichtbaar
zijn, mag de leiding niet worden
gerepareerd, maar moet deze worden
vervangen.
WAARSCHUWING!
Controleer na montage of de
afdichting van elke
leidingaansluiting correct is.
Gebruik een zeepoplossing,
geen vlam!
3.3 Vervanging van
gasinspuiters
1. Verwijder de pannendrager.
2. Verwijder de branderkappen en -
kronen.
3. Verwijder met een dopsleutel 7 de
hoofdsproeiers, en vervang ze door
de sproeiers die vereist zijn voor het
type gas dat u gebruikt (zie de tabel
in het hoofdstuk 'Technische
gegevens').
4. Zet de onderdelen in omgekeerde
volgorde terug.
5. Bevestig het label met het nieuwe
type gastoevoer in de buurt van de
gastoevoerleiding. Het plaatje kunt u
vinden in het zakje dat bij het
apparaat geleverd is.
Als de toevoergasdruk aanpasbaar is of
verschilt van de vereiste druk, moet u
een geschikte drukregelaar op de
gastoevoerleiding monteren.
3.4 Het minimumniveau
aanpassen
Het minimumniveau van de branders
afstellen:
1. Steek de brander aan.
2. Draai de knop op de minimumstand.
3. Verwijder de knop.
4. Pas de stand van de instelschroef
aan met een smalle
schroevendraaier (A).
A
5. Bij omschakelen:
• van aardgas G25,3 25 mbar, G25
25 mbar of aardgas G20 20 mbar
naar vloeibaar gas, draait u de
instelschroef volledig vast.
• van vloeibaar gas naar aardgas
G25,3 25 mbar, G25 25 mbar of
aardgas G20 20 mbar, draait u de
instelschroef ongeveer een
kwartslag los (een halve slag bij
een meervoudige kroonbrander).
WAARSCHUWING!
Controleer of de vlam niet
dooft als u de knop snel van
de maximale stand naar de
minimale stand draait.
3.5 Elektrische aansluiting
• Zorg er voor dat het aangegeven
voltage en het type stroom op het
typeplaatje overeenkomen met het
voltage en stroomtype van uw lokale
stroomleverancier.
• Dit apparaat wordt geleverd met een
netsnoer en stekker.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat het netsnoer na
installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Er is brandgevaar als het apparaat
verbinding maakt met een
verlengkabel, een adapter of een
meervoudige aansluiting. Zorg ervoor
dat de aarde-aansluiting overeenkomt
met de normen en regelgeving.
• Laat de stroomkabel niet warmer
worden dan 90° C.