Oplossingen vinden
Fenomenen die gemakkelijk voor machinedefecten aangezien kunnen worden (vervolg)
Fenomeen
Er kan
verslechtering
van het beeld
optreden, zoals
flikkeren of
strepen op het
scherm.
Het geluid of het
videobeeld is
onstabiel of wordt
met tussenpozen
afgespeeld.
De computer
verbonden met
USB TYPE B poort
van de projector
start niet op.
RS-232C werkt
niet.
De
NETWERKBRUG
functie werkt niet.
Netwerk werkt
niet.
(vervolgd op volgende pagina)
120
Gevallen die geen machinedefecten betreffen
Als de projector in de Eco stand werkt, is het mogelijk
dat het beeld gaat flikkeren.
Zet de ECO STAND op NORMAAL, en zet AUTO ECO
STAND op SCHAKEL UIT, in het INSTELLING-menu.
De OVERSCAN ratio is te groot.
Stel OVERSCAN in het BEELD menu kleiner in.
Teveel VIDEO NR.
Wijzig in het INPUT menu de VIDEO NR instelling.
De functie STILZETTEN werkt niet bij dit inputsignaal.
Verander in het INPUT menu STILZETTEN in SCHAKEL UIT.
Als LAN, USB TYPE A- of USB TYPE B-poort is
geselecteerd, kunnen bepaalde delen van de
uitvoer ontbreken, omwille van de vertraging in de
signaalverwerking.
Wijzig het signaal of gebruik een andere poort.
De computer kan met deze hardware configuratie niet
opgestart worden.
Haal de USB kabel uit de computer, en sluit die weer aan
nadat de computer weer is opgestart.
De SPAARSTAND functie is in werking.
Selecteer NORMAAL voor de UIT(STANDBY) in het
INSTELLING menu.
Het COMMUNICATIETYPE voor de CONTROL-poort is
ingesteld op NETWERKBRUG.
Selecteer SCHAKEL UIT bij COMMUNICATIETYPE in het
OPTIE - SERVICE - COMMUNICATIE menu.
De NETWERKBRUG functie is uitgeschakeld.
Selecteer NETWERKBRUG bij COMMUNICATIETYPE in
het OPTIE - SERVICE - COMMUNICATIE menu.
De SPAARSTAND functie is in werking.
Selecteer NORMAAL voor de UIT(STANDBY) in het
INSTELLING menu.
Hetzelfde netwerkadres is ingesteld voor het draadloze
en het bedrade LAN.
Wijzig de instelling van het netwerkadres voor het draadloze
of het bedrade LAN.
Referentiebladzijde
49
42
44
46
23, 52
11
50
66
66
50
72, 76