ABB i-bus® KNX INFORMATIE OVER DE MONTAGE
5
Informatie over de montage
5.1
Algemene aanwijzingen voor de montage
• Laat montage, installatie, inbedrijfstelling en onderhoud door elektromonteurs uitvoeren.
• Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat binnendringt tijdens gebruik, montage, demontage,
transport of onderhoud.
• Monteer het apparaat horizontaal (voorgemonteerde aansluitkabel aan de onderkant).
• Het apparaat is lichtdoorlatend. Plak niets op het apparaat en schrijf er niet op.
Het apparaat is ontworpen voor de volgende montagevarianten:
• Wandmontage (met Wandmontage beugel WB/Z 1.1.1)
• Mastmontage
– Directe montage op een mast (buismof, pijp, beugel, enz.) met max. 27 mm buitendiameter
– Montage met Wandmontage beugel WB/Z 1.1.1 op een mast (buismof, buis, beugel, enz.)
5.2
Verschil tussen wand- en mastmontage
Sommige weergegevens kunnen alleen bij mastmontage betrouwbaar worden gemeten.
Voorbeeld
De windsnelheid kan bij mastmontage veel betrouwbaarder en nauwkeuriger worden gemeten. Bij
wandmontage kan het voorkomen dat de wind de Weersensor niet rechtstreeks raakt of dat de wand
windturbulentie veroorzaakt.
5.3
Voorbereidende overwegingen
Controleer voordat u met de montage begint de volgende punten:
• Waar kan de Weersensor aan/op het gebouw worden gemonteerd?
• Kan de Weersensor beïnvloed worden door dakconstructies (bijv. uitlaatpijpen of schoorstenen)?
• Kan de Weersensor worden bevestigd aan een bestaande mast, pijp, fitting, beugel of iets dergelijks
(buitendiameter max. 27 mm, binnendiameter min. 21 mm)?
– Kan een mast, pijp, fitting, beugel of iets dergelijks (buitendiameter max. 27 mm, binnendiameter
• Zijn er extra hulpstukken nodig voor de bevestiging?
• Is de kabelvoering van Weercentrale naar Weersensor met een maximale kabellengte van 100 m ge-
waarborgd (bijv. kabelvoering in/op het gebouw, UV-bescherming van de kabel)?
• Kan aan de plaatselijke voorwaarden voor bliksembeveiliging worden voldaan?
Optimale omstandigheden voor de montage:
• Blootgestelde locatie
• Minstens 0,5 m afstand van dakconstructies (alleen bij mastmontage)
• Overspanning en bliksembeveiliging ter plaatse in acht genomen
• Weersensor naar het noorden (geografische noorden) uitgelijnd (alleen bij mastmontage)
Bij gebruik van Weercentrale WZ/S 1.3.1.2 moet de markering "N" naar het zuiden worden uitgelijnd
wanneer de Weersensor op een mast wordt gemonteerd.
Opmerking bij de navigatie in de PDF: Toetscombinatie "Alt + pijl links"
springt naar de vorige weergave/pagina
min. 21 mm) op een geschikte locatie worden geïnstalleerd?
Indien niet: Kan de Weersensor met Wandmontage beugel WB/Z 1.1.1 op een geschikte locatie
worden geïnstalleerd?
Opmerking
Handleiding voor eindgebruikers | NL | WES/A 4.1.1 | 9AKK108464A0562 Rev. A 7