GasAlertMicroClip XT
Handleiding
• De sensor voor brandbare gassen is in de fabriek
gekalibreerd op een methaan-LEL (onderste
explosiegrens) van 50%. Voor het controleren van een
ander brandbaar gas binnen het bereik van het LEL-
percentage, moet de sensor worden gekalibreerd met
het geschikte gas.
• CSA International beoordeelde de prestatie van dit
toestel alleen op de detectie van brandbare gassen.
• Kalibreer alleen in een veilige ruimte zonder gevaarlijke
gassen met een atmosfeer van 20,9% zuurstof.
• Het is aan te bevelen dat de sensor voor brandbare
gassen wordt getest met een gekende concentratie
kalibratie gas na elke blootstelling aan inhibitoren, zoals
zwavelverbindingen, siliconendampen,
halogeenverbindingen, enz.
• BW raadt aan vóór elk dagelijks gebruik de reactie van
de sensors op gas te controleren door deze te
onderwerpen aan een schoktest door de detector bloot
te stellen aan een gasconcentratie die de ingestelde
alarmwaarden overschrijdt. Controleer handmatig of de
akoestische en visuele alarmsignalen geactiveerd zijn.
Kalibreer het toestel als de weergegeven waarden niet
binnen de gespecificeerde grenzen liggen.
• Let op: hoge waarden buiten de schaal kunnen duiden
op een explosieve concentratie.
2
• Elke waarde die snel stijgt en daarna daalt of
veranderlijk blijkt, kan wijzen op een gasconcentratie
die hoger is dan de bovenste schaalgrens, hetgeen
gevaarlijk kan zijn.
• Een langdurige blootstelling van de GasAlertMicroClip
XT aan bepaalde concentraties van brandbare gassen
en lucht kan een detectorelement mogelijk te zeer
belasten en bijgevolg zijn prestatie ernstig aantasten.
Als een alarm in werking treedt ten gevolge van een
hoge concentratie van brandbare gassen, moet u de
detector kalibreren. Zo nodig vervangt u de sensor.
• Bescherm de sensor voor brandbare gassen tegen
blootstelling aan loodverbindingen, siliconen en
chloorhoudende koolwaterstoffen.
• De blootstelling van de sensor aan bepaalde organische
dampen (zoals loodhoudende benzine en
halogeenkoolwaterstoffen) kunnen de werking van de
sensor tijdelijk blokkeren. Na blootstelling is een
schoktest of kalibratie aanbevolen.
• Uitsluitend voor gebruik in potentieel explosieve
omgevingen waar de zuurstofconcentraties niet hoger
zijn dan 20,9% (v/v).