GasAlertMicroClip XT
Handleiding
Menu Gebruikersopties
Als u de gebruikersopties wilt wijzigen, sluit u de detector aan
op de IR Link-adapter en opent u Fleet Manager II. Raadpleeg
de Gebruikshandleiding van Fleet Manager II voor de volledige
instructies.
De beschikbare gebruikersopties zijn:
1. Sensors (sensors) (H
• Sensor Disabled (sensor uitgeschakeld): Schakelt de
sensor uit.
• Calibration Gas (kalibratiegas) (ppm) / (%LEL) /
(%O2): Definieert de kalibratiegasconcentratie voor elke
sensor.
• Calibration Interval (days) (kalibratie-interval (dagen)):
Definieert hoe vaak een kalibratie uitgevoerd moet
worden.
• Bump Interval (days) (schoktestinterval (dagen)):
Definieert hoe vaak een schokptest uitgevoerd moet
worden.
• Low Alarm (laag alarm) (ppm) / (%LEL) / (%O2):
Definieert het instelpunt voor het lage alarm.
• High Alarm (hoog alarm) (ppm) / (%LEL) / (%O2):
Definieert het instelpunt voor het hoge alarm.
12
S, CO, LEL, en O
)
2
2
• TWA Alarm (TWA Alarm) (ppm): Definieert het
instelpunt voor het time-weighted average (TWA -
tijdgewogen gemiddelde) alarm. Alleen H
sensors.
• STEL Alarm (STEL Alarm) (ppm): Definieert het
instelpunt voor het short-term exposure limit (STEL -
grenswaarde kortetermijnblootstelling) alarm. Alleen
H
S en CO sensors.
2
• STEL Interval (minutes) (STEL-interval (minuten)):
Stelt de grenswaarde voor de kortetermijnblootstelling in
(5-15 minuten). Alleen H
• Auto-Zero Startup (automatische nulstelling tijdens
opstart): Indien geactiveerd, zet de detector de H
CO, en LEL-sensoren tijdens de zelftest bij de opstart
automatisch op nul.
• LEL By Volume CH4 (LEL per v CH4): Indien
geactiveerd, wordt de LEL-meting weergegeven als
%vol, waarbij van een methaanatmosfeer wordt
uitgegaan.
• O2 Auto-Calibration on Startup (O2 automatische
kalibratie tijdens de opstart): Indien geactiveerd, wordt
de O
-sensor automatisch tijdens de opstart
2
gekalibreerd.
S en CO
2
S en CO sensors.
2
2
S,