2. User Options (gebruikeropties)
• Confidence Beep (functiesignaal): Indien geactiveerd
piept de detector elke seconde eenmaal om te verifiëren
dat de batterij voldoende vermogen heeft om
schadelijke gassen te detecteren en een alarmsignaal
af te geven. Bij verzending is het functiesignaal
uitgeschakeld.
• Latching Alarms (alarmvergrendeling): Indien
geactiveerd, blijft het akoestische, visuele en trilalarm
functioneren tijdens een hoog of laag alarm, totdat de
gasconcentratie onder het instelpunt is gezakt en is
bevestigd door C in te drukken.
• Safe Mode (veilige stand): Indien ingeschakeld, staat
SAFE (veilig) voortdurend weergegeven op het lcd-
scherm indien alle gasconcentraties normaal of onder
de instelpunten voor alarm liggen.
• Stealth Mode (stille stand): Indien ingeschakeld zijn het
akoestische alarm, de ledjes en het achtergrondlicht
uitgeschakeld.
scherm.
• Low Alarm Acknowledge (laag alarm bevestigen):
Indien geactiveerd kan het akoestisch alarm tijdens een
laag alarm worden uitgezet. Het trilalarm, de ledjes en
het lcd-scherm blijven ingeschakeld. Alleen voor H
CO en LEL-sensoren.
wordt weergegeven op het lcd-
• Datalog Interval (seconds) (interval datalogger
(seconden)): Voer een waarde tussen (5-120 seconden)
in om in te stellen hoe vaak er een datalog wordt
vastgelegd. Het interval datalogger kan niet worden
ingesteld wanneer u de detector configureert met de IR-
link.
• Force Calibration When Overdue (kalibratie forceren
indien overtijd): Indien geactiveerd, zorgt de detector
automatisch tijdens opstart voor de kalibratie van de
sensors die overtijd zijn. Als de sensors niet onmiddellijk
worden gekalibreerd, schakelt de detector uit.
• Cal Lock (kalibratievergrendeling): Indien geactiveerd,
kunnen de sensors alleen worden gekalibreerd met een
IR-toestel (IR-link met Fleet Manager II of het
MicroDock II-basisstation).
• Force Bump When Overdue (schoktest forceren indien
overtijd): Indien geactiveerd is een schoktest vereist als
de sensor het interval voor schoktesten heeft
overschreden. Als er geen schoktest wordt uitgevoerd,
schakelt de detector uit.
• IntelliFlash: Indien geactiveerd knippert het groene
ledje om een continue visuele bevestiging te geven dat
de detector correct werkt.
IntelliFlash schakelt automatisch uit tijdens een alarm
S,
2
wegens laag batterijvermogen, een mislukte zelftest,
een mislukte kalibratie, een mislukte schoktest of tijdens
GasAlertMicroClip XT
Menu Gebruikersopties
13