Glossarium
NTSC: Amerikaanse kleurennorm.
P
Page Catching: Bij Teletekst een paginanummer oproepen.
PAL: Europese kleurnorm.
PCM: Puls-Code-Modulation voor digitaal geluid.
PIP: Picture in Picture (Engels voor Beeld-in-beeld); een functie die twee
beelden op één beeldscherm weergeeft.
Pixel: Ook beeldpunt of beeldelement genoemd. Betekent zowel de
kleinste eenheid van een digitale rastergrafiek als de weergave daarvan
op een beeldscherm met rasteraanduiding.
Pixelfout: Een pixelfout is een gebrekkige pixel, meestal op een lcd. Pixel-
fouten kunnen ontstaan door fabrieksfouten. Ze komen bijvoorbeeld tot
uiting in een voortdurend oplichtende pixel of een voortdurend zwarte
pixel. Afzonderlijke defecte pixels worden echter niet gedekt door de
garantie.
Progressieve JPEG: Progressieve JPEG's worden stapsgewijs (geleidelijk)
opgebouwd. Tijdens het laden wordt de kwaliteit van de afbeelding
steeds beter
ProScan/Progressive Scan: Onder Progressive Scan (Engels voor »geleide-
lijke aftasting«, afgekort tot: PS) of volbeeldprocédé wordt een techniek
van beeldopbouw van monitoren, tv-toestellen, beamers en andere
weergaveapparatuur verstaan, waarbij het weergaveapparaat – in te-
genstelling tot bij de Interlace-techniek – geen geïnterligneerde halve
beelden ontvangt, maar wel echte volledige beelden.
R
RGB: Kleursignalen rood, groen en blauw.
S
Satelliettuner: Ontvanger voor satellietuitzendingen.
Schakelspanning: Videoapparaten sturen deze spanning naar het tv-
toestel om het tv-toestel op weergave om te schakelen.
SDTV: Standard Definition TeleVision (Engels voor televisie in standaard-
kwaliteit).
SECAM: Franse kleurennorm.
Set-Top-Box: De naam Set-Top-Box (afgekort tot STB) wordt binnen de
amusementselektronica gebruikt voor een apparaat dat op een ander
apparaat, meestal een tv-toestel, wordt aangesloten om de gebruiker
extra mogelijkheden te bieden.
- 70
Signaalingangsgroepen: Afhankelijk van het aanwezige signaal worden
de signaalbronnen in verschillende groepen ingedeeld. Hieronder vindt
u alle signaalingangsgroepen met hun bijbehorende signaaltypes en
mogelijke ingangen.
TV analoog:
Signaaltype: FBAS, YC, RGB-SD (480i/576i), Component-SD (480i/576i)
Ingang:
Tuner analoog, AV1, AV2, AVS, COMP. IN
TV digitaal:
Signaaltype: DVB-SD, HDMI-SD (480i/576i)
Ingang:
Tuner digitaal, HDMI1/DVI, HDMI2/DVI
HD analoog:
Signaaltype: RGB-HD (video mode: bijv.1920x1080, 1280x720),
Component-HD (video modes: bijv.1920x1080, 1280x720)
Ingang:
COMP. IN, PC IN
HD digitaal:
Signaaltype: DVB-HD, HDMI-HD
Ingang:
Tuner digitaal, HDMI1/DVI, HDMI2/DVI
PC:
Signaaltype: RGB
(PC modes: bijv. 800x600, 1024x768, 1280x1024, 1360x768)
Ingang:
PC IN
PhotoViewer:
Ingang:
USB
Signaalsterkte: Sterkte van het ontvangen antennesignaal.
Signaalkwaliteit: Kwaliteit van het binnenkomende antennesignaal.
Smart Card: De Smart Card is een elektronische chipkaart die door de
betreffende programma-aanbieder of door de certificeringsvrije Pay-TV-
operatoren wordt afgeleverd. Ze bevat de code die door de CA-module
wordt gedecodeerd.
Statische contrastverhouding: Geeft het verschil aan tussen de meest
lichte en de meest donkere beeldweergave.
Stereo: Tweekanalig geluid.
Symboolsnelheid: Geeft de overdrachtssnelheid aan bij een gegevens-
overdracht.
T
Terrestrisch: Bij de gegevensoverdracht wordt een radio-overdracht als
terrestrisch beschouwd wanneer ze geen gebruik maakt van een satelliet
als tussenstation.
TFT: Thin Film Transistor (Engles voor dunne-filmtransistor). Een wijd-
verbreide toepassing hiervan is de besturing van vlakke LCD-schermen,
waarbij er per beeldschermpunt een afzonderlijke transistor wordt ge-
bruikt. Dit type van displays staat bekend als actieve-matrix-LCD's maar
wordt in de omgangstaal ook vaak TFT-display genoemd.