11
|
Inbedrijfstelling
11.3 Proefdraaien
11.3.1 Proefdraaien in de winter
Uitgebreide handleiding voor de installateur
50
De juiste buismaten werden geplaatst en de leidingen zijn goed en op de juiste manier
geïsoleerd.
De afsluiters (gas en vloeistof) op de buitenunit staan volledig open.
Vereiste: De gegevens van de voeding MOETEN binnen het opgegeven bereik
vallen.
Vereiste: Proefdraaien is mogelijk in de stand koelen of verwarmen.
Vereiste: Zie de gebruiksaanwijzing van de binnenunit voor het instellen van de
temperatuur, de bedrijfsstand...
1 In de koelstand, selecteer de laagst programmeerbare temperatuur. In de
verwarmingsstand, selecteer de hoogst programmeerbare temperatuur.
Indien nodig kan proefdraaien worden gedeactiveerd.
2 Stel de temperatuur op normaal niveau in wanneer het proefdraaien
beëindigd is. In de koelstand: 26~28°C, in de verwarmingsstand: 20~24°C.
3 Controleer of alle functies en onderdelen correct werken.
4 Het systeem stopt 3 minuten na het uitschakelen van de unit.
Wanneer de airconditioner in de winter in de koelstand draait, stel het
proefdraaien als volgt in.
1 Druk tegelijk op
2 Druk op
.
3 Selecteer .
4 Druk op
.
5 Druk op
om het systeem in te schakelen.
Resultaat: Het proefdraaien stopt automatisch na ongeveer 30 minuten.
6 Druk op
om de werking te stoppen.
INFORMATIE
Sommige functies kunnen bij het proefdraaien NIET worden gebruikt.
Als de stroom tijdens de werking uitvalt, zal het systeem automatisch herstarten
direct nadat de stroom is hersteld.
,
en
.
FTXP20~35N5V1B9 + ATXP20~35N5V1B9
Split-systeemairconditioners
4P751614-1 – 2023.08