Haal de stekker uit het stopcontact voordat u gaat
legen na droog zuigen. Haal de zuigslang los van
het apparaat en sluit de inlaatdop om de versprei-
ding van schadelijk stof te voorkomen. Open de
klem door deze naar buiten te trekken zodat de mo-
torbehuizing vrijkomt. Neem de motorbehuizing van
de container.
Hoofdfilter: controleer het filter. U kunt het filter rei-
nigen door het te borstelen of wassen. Wacht tot het
filter droog is voordat u opnieuw gaat zuigen.
Essentieel filter stofklasse H: controleer het filter.
Vervang indien nodig het filter. Gebruik een gezichts-
masker en beschermende kleding.
Stofzak: controleer de hoeveelheid vuil in de zak.
Vervang de stofzak indien noodzakelijk. Verwijder
de oude zak. De nieuw zak wordt geplaatst door het
kartonnen deel met het rubberen membraan over de
stofzuigeringang te schuiven. Zorg dat het rubberen
membraan voorbij de verhoging van de stofzuigerin-
gang komt.
Veiligheidsfilterzak: controleer de hoeveelheid vuil
in de zak. Vervang de stofzak indien noodzakelijk.
Draag een gezichtsmasker en beschermende kle-
ding bij verwijdering van de oude zak. Verwijder de
aansluiting van de stofzak voorzichting uit de inlaat-
opening. Sluit de stofzakaansluiting met de schuiver.
Ontdoe u van het vuil conform de wettelijke voor-
schriften.
Na het legen: plaats de motorbehuizing op de
container en bevestig deze met de klemmen. Nooit
droog zuigen zonder dat het filter in het apparaat is
geplaatst. Het zuigeffect van apparaat hangt af van
de grootte en de kwaliteit van het filter en de stofzak.
Gebruik daarom alleen originele filters en stofzak-
ken.
4
Na gebruik van het apparaat
4.1
Na gebruik
Na het opzuigen van gevaarlijk stof, moet u de in-
laatklep sluiten en de buitenkant van het apparaat
reinigen.
Haal de stekker uit het stopcontact als het apparaat
niet in gebruik is. Wikkel het snoer vanaf het appa-
raat op. Het stroomsnoer kan rond de motorbehui-
zing worden gewikkeld of rond de container of op
de meegeleverde haak of bevestiging worden ge-
hangen. Sommige versies beschikken over speciale
opslagvakken voor accessoires.
4.2
Transport
•
Sluit voordat u het apparaat vervoert alle klem-
men.
•
Sluit de inlaat af met de inlaatklep.
•
Kantel het apparaat niet als de vuilopvangtank
vloeistof bevat.
•
Gebruik geen kraanhaak om het apparaat op te
tillen.
•
Til het apparaat niet op met de trolleyhendel *)
OEL=grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling,
1)
Optionele uitrusting / Modelafhankelijke uitrusting / Vertaling van de originele handleiding
*)
4.3
Opslag
WAARSCHUWING
Sla het apparaat op een droge, regen- en
vorstvrije plek op. Het apparaat mag alleen
binnenshuis worden opgeslagen.
4.4
Opslag van accessoires en gereedschap
Voor eenvoudig vervoer en opslag van accessoires
of gereedschap zijn rails aangebracht aan de zijkant
van het apparaat voor bevestiging met stroppen of
andere middelen. Een flexibele strop en haken be-
vinden zich aan de achterkant van het apparaat voor
de bevestiging van de zuigslang of de stroomkabel.
Zie de snelhandleiding voor aanwijzingen.
Een optionele adapterplaat*) met bevestigingssys-
teem kan worden aangebracht bovenop het appa-
raat voor de bevestiging van 2-.punts of 4-punts
opslagbakken.
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u de
adapterplaat installeert.
WAARSCHUWING*)
Til het apparaat nooit op aan de adapterplaat
zonder dat de opslagbak veilig is aange-
bracht. Houd rekening met het gewicht en het
evenwicht van het toestel bij opslag. Het maxi-
male gewicht van opslagbakken is 30 kg.
4.5
Recycling van het apparaat
Maak het oude apparaat onmiddellijk onklaar.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Knip het stroomsnoer door.
3. Zet elektrische apparaten niet bij het huisvuil.
Zoals aangegeven in de EU-richtlijn 2012/19/
EU betreffende afgedankte elektrische en elek-
tronische apparatuur, moeten gebruikte elektri-
sche artikelen apart worden ingezameld en op
ecologische wijze worden gerecycled.
5
Onderhoud
5.1
Dagelijkse service en inspectie
De dagelijkse service en inspectie van uw appa-
raat moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel in overeenstemming met de betreffende
wet- en regelgeving. Vooral elektrische tests van de
aardingsweerstand, isolatieweerstand en de de staat
van de stroomkabel dienen regelmatig te worden
gecontroleerd.
Bij vaststelling van een gebrek MOET het apparaat
buiten bedrijf worden gesteld, volledig worden ge-
controleerd en gerepareerd door een geautoriseerde
onderhoudstechnicus.
Minimaal een keer per jaar moet een Nilfisk-tech-
nicus of een opgeleid persoon een technische
inspectie uitvoeren, alsook een controle van de fil-
ters, luchtdichtheid en bedieningsmechanismen. Bij
apparaten met stofklasse H moet de filterefficiëntie
43